9 NOVEMBER 1976.
1612
solidair te zijn met geld van anderen. Mevrouw
Paulussen heeft dat niet bedoeld, maar wanneer dat
de intentie zou zijn en wanneer men DAN royaal met
geld zou willen omspringen, zou dat naar mijn ge
voel geen fluit met echte solidariteit te maken
hebben.
Er is gevraagd of de gemeente Breda een be
drag van 1,per inwoner zou kunnen geven, niet
alleen voor projecten in de stad maar naar ik heb
begrepen ook voor projecten die daar overheen stij
gen. Ik meen dat dit juist in de voorbeelden die
mevrouw Paulussen heeft genoemd weliswaar niet vol
ledig maar toch zeker wel gedeeltelijk tot zijn
recht komt. Het uittrekken van een symbolisch be
drag van 1per inwoner neerkomend op
118.000,is naar mijn mening dan ook niet
zinvol en feitelijk onmogelijk. Ik ga dan nog voor
bij aan de vraag hoe de goedkeuring daarvan zou
uitvallen. We zullen daar nu maar niet over discus
siëren. Zoals men weet bestaan er te dien aanzien
regels en worden nogal zware eisen gesteld, maar
wellicht zou er een formulering te vinden zijn die
aan de goedkeuringseisen zou voldoen.
Ik kom toe aan het betoog van de heer Dees,
waarbij ik allereerst zou willen ingaan op hetgeen
hij over het stadsgewest heeft gezegd. Naar aanlei
ding van de waardering voor de nota "Het Stadsge
west op koers" hoop ik dat dat allemaal goed zal
uitpakken. De heer Dees heeft iets gezegd over een
verhoging van het democratisch gehalte door in
spraakprocedures, die natuurlijk van het stadsge
west mag worden gevraagd. In dit verband wijs ik
erop dat op 22 oktober in de gewestraad met algeme
ne stemmen een inspraaknota is aanvaard; het is
mij in een andere positie bekend dat men zich daar
bij het stadsgewest aan wil houden.
Met betrekking tot directe verkiezingen van
het gewestbestuur heeft de heer Dees niet gezegd
en ook niet KUNNEN zeggen hoe men nu in deze situ
atie op dat punt een oplossing zou moeten vinden.
Wij zullen het er allen over eens zijn dat we in