1619
9 NOVEMBER 1976.
volgend jaar een rapport. De nota "Hoger onderwijs
in de toekomst", waarin de nieuwe hogeschool wordt
geïntroduceerd, wordt bestudeerd en er wordt nage
gaan welke zinvolle mogelijkheden in Breda zouden
kunnen worden benut. Het is natuurlijk niet de be
doeling dat omwille van de titel een instituut, als
door de heer Geene genoemd, tot stand zou komen;
ik geloof dat bij samenvoegingen van instituten
voor hoger beroepsonderwijs, afgestemd op elkaar,
de afstemming zin moet hebben en moet bijdragen tot
verrijking van de onderwijsmogelijkheden en tot
verrijking van de aparte ontwikkelingsmogelijkhe
den. Het doel moet niet de titel zijn maar betere
mogelijkheden, ook voor deze onderwijsvormen. In
Breda wordt geijverd voor het hoger natuurweten
schappelijk onderwijs, waarbij wordt nagegaan of
en, zo ja, op welke wijze wij dit initiatief even
tueel kunnen ondersteunen. In het onderwijs zijn
vele nieuwe ontwikkelingen en ik kan toezeggen dat
wij die ontwikkelingen voor zover dat mogelijk is
zullen bevorderen en positief zullen ondersteunen.
De houding ten opzichte van de schooladvies-
en -begeleidingsdienst de S.A.D. is niet kri
tiekloos. Wij horen geluiden over spanningen in
Nederland rondom de ontwikkeling van dergelijke
diensten. Ik wijs erop dat de S.A.D.met een arti
kel 61-commissie, gedragen door het onderwijs zelf,
met beleidsnota's over het werk dat men wil doen en
met werkprogramma's, niet de taken van het onder
wijs zelf moet overnemen, zoals overigens van meet
af aan de bedoeling is geweest. De S.A.D. moet ge
richt zijn op versterking van de onderwij steams
zelf. De dienst moet duidelijk een ondersteunende
functie vervullen en geen taken bij onderwijs weg
nemen. De ontwikkeling van de S.A.D. is naar mijn
wijze van zien de heer Geene heeft gevraagd hoe
ik de ontwikkeling zie in sterke mate afhankelijk
van de opvattingen en de inspanningen in het onder
wijs zelf. De S.A.D. wordt gedragen door het onder
wijs, dus door ouders, leerkrachten en bestuurderen:
zij zullen mede vorm aan de S.A.D. in Breda moeten