1627
9 NOVEMBER 1976.
die het college adviseert.
Overigens zou ik erop willen wijzen dat het
college in de afgelopen periode bezig is geweest
de raad inzicht in de begroting te geven. We heb
ben tijdig een presentatie gegeven van hetgeen we
van de claims WEL en niet zouden honoreren. Alle
stukken zijn in verscheidene exemplaren aan de
fracties toegezonden, opdat men over de commissies
heen in de fracties tot een beoordeling zou kunnen
komen en voorstellen tot bezuinigingen dan wel
tot uitbreidingen zou kunnen doen. Bij de invoe
ring van de methodiek die wij volgen, heb ik ge
zegd dat de raad met deze nieuwe methodiek zal moe
ten leren werken. In ieder geval wordt de raad se
rieus genomen, want de raad kan meer dan in het
verleden invloed uitoefenen bij de advisering van
het college. Het college zou stom zijn als het daar
geen rekening mee zou houden en het doet dat dan
ook WEL.
De heer CRUL: De heer Broeders heeft uitdruk
kelijk gezegd dat er geen fractiestandpunten in
het geding waren. Formeel is het natuurlijk juist
dat iemand die in de commissie functioneert geen
fractiestandpunt geeft, maar ten aanzien van de
onroerend-goedbelasting heeft zich iets anders af
gespeeld. We hebben daar enkele maanden geleden
over gesproken, waarbij geen conclusie werd bereikt
Iedereen heeft toen op zich genomen terug te gaan
naar de fractie om opnieuw tot een afweging te ko
men. De heren Van Banning en Suurmeijer hebben ei
genlijk dat moeten we maar even bevestigen
in de commissie toch een fractiestandpunt medege
deeld, waarbij overigens uiteraard gezien de discus
sie een voorbehoud werd gemaakt. Ook wij hebben in
de commissie een fractiestandpunt kenbaar gemaakt.
Ik meen dat de wethouder zich daar een beetje van
af maakt.
Wethouder BROEDERS: Helemaal niet, want uit
de notulen blijkt niet dat die afspraak is gemaakt.