163
5 FEBRUARI 1976
omtrent onbewoonbaarverklaring, renovatie en het
verrichten van groot onderhoud. Met de besluiten
die wij in dat verband nemen zijn miljoenen guldens
gemoeid, maar wij nemen ze omdat wij van mening zijn
dat de woonsituatie van sommige mensen niet goed is.
Ook de heer Van Asseldonk weet dat de woonsituatie
in de IJpelaarstraat niet goed is. Als het hier om
gemeentewoningen ging, als deze woningen deel uit
maakten van een complex waarvoor men maatregelen
zou kunnen nemen, dan zou de raad al lang hebben be
sloten te gaan renoveren. In de IJpelaarstraat ziet
men verpauperde woningen met een onvolkomen riole
ringsstelsel, waarbij ik in het midden laat of er
al dan niet een goed riool ligt. Bovendien zijn de
ze woningen smal en hebben zij een toilet buiten.
Als de raad dan ook ergens verantwoordelijkheid
voor draagt, is het mijns inziens wel hier. "Vrij
heid/blijheid" is een verdomd goed uitgangspunt,
maar er moet in de stad wèl een uniform beleid wor
den gevoerd. De bouwverordening is geen formaliteit
maar stelt normale eisen aan de behuizing van mensen
als wij op een gegeven opgeblik constateren dat be
paalde panden niet aan de bouwverordening voldoen,
dienen wij mijns inziens een bepaalde handelwijze
te volgen. Ik ga dan nog voorbij aan het nieuwe be
stemmingsplan buitengebied waarin dit terrein vol
strekt geen woonbestemming meer heeft In ieder ge
val meen ik dat het volstrekt normaal is dat wij ten
eerste deze panden in ons aankoopprogramma opnemen,
ten tweede tezamen met de inspectie van de volksge
zondheid procedures in werking zetten om tot onbe
woonbaarverklaring te komen en ten derde daaruit de
conclusie trekken dat de panden moeten worden ge
sloopt. Ik wijs erop dat het niet uit formalisme
is dat de P.P.D. in Princenhage-West de eis stelt
dat wij in verband met geluidsoverlast tot 200 m
uit de as van de rijksweg niet laten bouwen: ook
dit is een eigentijdse norm, die bovendien waar
schijnlijk van 200 tot 400 m zal worden uitgebreid.
Daarnaast zouden wij dan in de IJpelaarstraat op