9 NOVEMBER 1976. 1644 met de nodige correcties, en de socialisten zijn rechtlijnig en medemenselijk in hun gevoelens, ui teraard met de nodige uitzonderingen. Enigszins ongenuanceerd, gelijk dat bij alle kreten het geval is, zou ik daarom willen zeggen: ik houd van het liberalisme en de socialisten en DAAROM voel ik me thuis in het C.D.A.! De VOORZITTER: De heer Van Dun is startklaar en kan beginnen. Wethouder VAN DUN: Al een hele tijd: "Het engagement is modegekiets van tegenwoor dig, het gaat om resultaten. Geef mij maar mensen om me heen die wat kunnen en niet die druiloren die zo bewogen zijn. Die bewogenheid is meestal een substituut voor de zaken niet aankunnen. Ben je gek geef mij maar een kundig technicus.Aldus een door mij zeer gewaardeerd progressief minister, de heer Gruijters in de Haagse Post van het afgelopen week einde. In deze geest zou ik enige technocratische opmerkingen daarover hebben we vanavond al ver wijten gehoord tot de raad willen richten, als antwoord op de algemene beschouwingen. Wat ik ga zeggen, zal uit "kreten" bestaan, omdat vanavond voorzetten worden gegeven voor de meer gedetailieer de discussie die deze week waarschijnlijk nog met betrekking tot mijn portefeuille zal worden gevoerd De heer Dees heeft opmerkingen gemaakt over "Breda-groeistad" die naar ik heb begrepen op het volgende neerkomen: als de plannen voor de Haagse Beemden in de benadering van de rijksoverheid in het kader van de groeistadsgedachte kunnen worden gemotiveerd, mag dat niet betekenen dat wij daarmee de groeistadsuitdaging van de minister in zijn ver- stedelijkingsnota hebben aanvaard. Ik geloof dat de heer Dees dit goed heeft geschetst. Voor alle duidelijkheid en in afwachting van nadere discus sie en van de raadsvergadering van 9 december wil ik het standpunt van het college noemen. Het colle ge is van mening dat de plannen voor de Haagse Beem

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1644