9 NOVEMBER 1976. 1648 de heer Dees in een iets ander licht komt te staan. Ik zou overigens ook voorbeelden in andere zin kun nen noemen -- ik kom daar straks nog op terug in het kader van de renovatie wordt er mijns inziens door de rijksoverheid veel te centralistisch gedacht. De mensen van het eerste front in de Bredase situa tie worden het bos in gestuurd en staan in de vuur linie zonder dat de rijksoverheid beseft wat zij het lokale bestuur aandoet. De heer DEES: Ik zou daar graag wat meer duide lijkheid over willen hebben. Van elk voorbeeld kan men wel IETS zeggen, maar ik neem twee willekeurige voorbeelden. Als de gemeenteraad van Breda bijvoor beeld niet voor 21 maar 20 woningen per ha zou wil len kiezen of als de gemeenteraad van Breda een an dere route voor het openbaar vervoer zou wensen dan de minister in zijn brief noemt, wat gebeurt er dan? Dat is de essentie van mijn vraag. Wethouder VAN DUN: Het dagelijks bestuur van deze gemeente heeft zich akkoord verklaard met het resultaat van de onderhandelingen dat in de brief van de minister is neergelegd. Wanneer nu, zoals de heer Dees in twee voorbeelden duidelijk heeft ge maakt, de raad een andere opdracht geeft, zal er een gang terug naar de minister moeten worden ge maakt om op basis daarvan een gesprek te openen. De heer Dees verwacht dat de minister zal zeggen: "zo moet het en niet anders," maar wij zullen in een dergelijk geval de minister mededelen dat de raad op grond van met name te noemen argumenten an ders heeft besloten, waarbij we hem zullen vragen of daarover overleg mogelijk is. De sfeer van de onderhandelingen kennend, geloof ik dat dat mogelijk zal zijn. Het voorbeeld van 20 woningen per ha in plaats van 21 is wat erg theoretisch. Ik heb gezegd dat wij oorspronkelijk aan 18,3 dachten en dat de minister een aantal van 25 tot 30 in het hoofd had, waarna het uiteindelijk resultaat 21 is geworden, waarvan de minister in zijn brief schrijft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1648