5 FEBRUARI 1976 164 enkele tientallen meters van de rijksweg mensen moe ten laten wonen. Laat de raad ons in vredesnaam de kans geven met deze mensen te praten en ze ordente- lijker te huisvesten. De heer VAN ASSELDONK: Krijg ik nog in overeen stemming met het reglement van orde gelegenheid om mijn amendement toe te lichten? De VOORZITTER: Dat komt direct. Had de heer Van Dun zijn betoog beëindigd? Wethouder VAN DUN: Het was een interruptie, dus ik ga verder. Ik laat het hierbij. Ik doe op de V.V.D.-fractie een dringend beroep dit amendement in te trekken. Voor het geval dat niet gebeurt, ad viseer ik de raad het amendement niet aan te nemen. De VOORZITTER: De beraadslagingen in tweede termijn zijn hiermee afgesloten. Ik heb gemerkt dat in de raad de wens bestaat nog enigermate te discus siëren, maar dan geheel toegespitst op het amende ment. Naar mijn mening ligt het het meest voor de hand daarmee wordt dan ook tegemoetgekomen aan de wens van mevrouw Paulussen dat allereerst de heer Van Asseldonk, indien hij dat althans verlangt, een toelichting op zijn amendement geeft. Ik zou wil len voorstellen de discussie daartoe te beperken. De heer VAN ASSELDONK: Voor alle duidelijkheid wil ik met betrekking tot ons amendement het volgen de opmerken. Wij twijfelen geen ogenblik aan de ver antwoordelijkheid van het stadsbestuur. Bij de be handeling van de begroting voor 1976 hebben wij dan ook 200.000,beschikbaar gesteld om de panden in de IJpelaarstraat aan te kopen. Daarbij hebben wij inbegrepen dat b. en w. met de betrokkenen over leg gaan plegen over de plannen die zij met de wo ningen hebben. Wanneer wij de sloopplannen voor 1976 die wij thuisgestuurd hebben gekregen doorne men, blijkt dat 98 van de te slopen panden in een kant-en-klaar bestemmingsplan ligt en eigendom van de gemeente is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 164