9 NOVEMBER 1976.
1650
is niet helemaal waar. Als ik dit in verband breng
met het besluitkader van de raad d.d. 8/9 maart j.l.
constateer ik dat wij hebben gepleit voor het uit
bannen van het doorgaand verkeer uit de binnenstad.
Welnu, daar zijn we mee bezig. Het houdt niet in
dat "de" auto uit de binnenstad moet, maar dat het
doorgaand verkeer uit het centrum wordt geweerd.
Het opruimen van toevallige parkeerterreinen moet
gepaard gaan met een alternatief beleid. Ik wijs
erop dat wij aan de raad en aan de Bredase bevolking
ter discussie de parkeernota hebben voorgelegd
de heer Geene sprak over de verkeers- en vervoers
nota waarin wordt voorgesteld zeven parkeerga
rages rond de enge binnenstadsring te creëren.
Mijns inziens is het harde oordeel van de heer
Geene over de auto in de binnenstad dan ook niet
gerechtvaardigd. Overigens ben ik het met hem eens
dat we er te allen tijde voor moeten zorgen dat de
middenstand in het hart van de binnenstad kan blij
ven bestaan; de binnenstad moet derhalve in be
hoorlijke mate bereikbaar voor de consument zijn.
Als de heer Geene zijn opmerkingen zo bedoelt, heb
ik er geen moeite mee. Ter correctie wijs ik er
nog op dat er geen verkeers- en vervoersnota is.
De raad heeft ten aanzien van de binnenstad bepaal
de besluiten genomen, hij beschikt over een discus
sienota over het parkeergebeurenhij zal VOOR
het eind van het jaar nog een fietsnota ontvangen
en dit alles zal worden afgerond met het verkeers
circulatieplan, dat omstreeks januari zal verschij
nen.
De heer Dees heeft uitgebreid gevraagd naar
de wegenstructuur ten noorden en ten zuiden van
Breda. Ik zal proberen de situatie samen te vatten.
Met betrekking tot de wegenstructuur ten noorden
van Breda heeft de heer Dees gerefereerd aan een
drietal uitspraken waar ik nog steeds bij blijf.
Naar de mening van dit college gaat de Zekluza-route
niet door, naar de mening van dit college kunnen
we de Midden-Brabant-route wel vergeten en naar de
mening van dit college zal de Maasroute moeten wor-