1651 9 NOVEMBER 1976. den doorgetrokken. Dat die routes niet in het pro vinciaal wegenplan staan is juist, want als iets niet doorgaat staat het er niet in, behalve dan het doortrekken van de Maasroute. Het is echter duide lijk dat in het overleg tussen de provinciale en de rijksoverheid de Maasroute een rijksweg gaat worden en niet meer voor rekening van de provincie zal komen. De heer Dees heeft terecht de vraag ge steld waar de beleidsuitspraken van de daartoe be voegde overheid, namelijk de provincie, blijven. Ik kom niet verder dan de mededeling aan de heer Dees dat er indertijd een stuurgroep wegensituatie Breda-noord is ingesteld, waarvan ik het voorrecht had deel uit te maken, dat deze groep vier maanden geleden haar eindrapport waarin onder andere dit onderwerp voorkomt aan het provinciaal be stuur heeft doen toekomen en dat het doen van be voegde beleidsuitspraken verder een zaak van de pro vincie is. Daarbij teken ik aan dat ik heb begrepen dat dergelijke uitspraken niet door gedeputeerde staten maar door provinciale staten zullen moeten worden gedaan. Interessanter is de wegensituatie ten zuiden van Breda, ten aanzien waarvan de heer Dees ook be paalde stellingen heeft betrokken. Ik zeg "interes santer", omdat ik daarover vanmorgen nog met het provinciaal bestuur heb mogen praten. Ik zal trach ten enkele onderdelen van de wegensituatie ten zui den van Breda op een rij te zetten. Op de eerste plaats menen wij in de geest van de raad te hande len als wij het provinciaal bestuur mededelen en het provinciaal bestuur vervreemdt zich niet van die uitspraak dat het doortrekken van rijks weg 58 naar de E 10 spoed vereist en dat het onver antwoord is deze zaak op termijn te blijven stel len, zoals minister Westerterp op het ogenblik pres teert waarbij dan sprake is van het jaar 1982. De raad heeft op dat punt indertijd een uitspraak ge daan en hij vindt daarbij het college van burge meester en wethouders maar ook het college van ge deputeerde staten volstrekt aan zijn zijde. De door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1651