a
1657
9 NOVEMBER 1976.
functie in de binnenstad. Het is bekend dat we druk v
bezig zijn met de Gerardus Majellawijk en dat we
plannen voor het gebied Leuvenaarstraat/Middellaan g
hebben. Er heeft zich alleen een enigermate teleur- D
stellende ontwikkeling voorgedaan en laat ik b
nu achter deze tafel in deze raad niet polarise- i
ren! ten aanzien van de militaire terreinen, t
die deel uitmaken van de plaatsen waarvoor wij aan s
bebouwing hebben gedacht. Volgens afspraak met de h
heer Stemerdink is ambtelijk overleg gepleegd, dat w
echter tot een patstelling heeft geleid, in dier e
voege dat we op het ogenblik op een punt zitten m
dat er een globale vraagprijs voor militaire ter- d
reinen op tafel ligt, welke vraagprijs ertoe zou t
kunnen leiden dat zelfs de rijker bedeelden nog
nauwelijks in de binnenstad zouden kunnen gaan wo- z
nen, aangezien de grondprijs voor te bebouwen ter- g
reinen 200.000,per kavel zou zijn. Het zal k
duidelijk zijn dat we deze problematiek de vraag- l
prijs voor militaire terreinen, bestemd voor wo- d
ningbouw verheffen tot een bestuurlijk probleem s
op het niveau van de heer Stemerdink en naar ik d
meen ook de heer Gruijters, teneinde er met beide h
gezagsdragers over te praten. c
Ik heb er behoefte aan een korte opmerking ir
over de Hoge Vucht te maken, omdat de heer Geene z
naar mijn smaak volstrekt ten onrechte lof heeft v
toegezwaaid aan het college, omdat wij er in ge- r
slaagd zouden zijn het projectteam in het leven te ir
roepen. Deze opmerking zou eerder bedoeld moeten h
zijn voor degenen die het projectteam bemannen, te s
weten de bewoners van de Hoge Vucht en de ambtena- s
ren die er deel van uitmaken. In dit verband zou ik p
nog een woord van waardering willen spreken aan het
adres van de door ons aangestelde projectleider, de u
heer Even, die in zijn eerste contacten met het team
en met het college blijk heeft gegeven de nagestreef- t
de vertrouwensrelatie tussen de gemeente en de be- ir
woners van de wijk in het belang van de Hoge Vucht p
waar te kunnen maken. Een en ander is niet onze g
verdienste, maar de verdienste van de mensen in het