9 NOVEMBER 1976.
1658
veld.
Vervolgens wil ik nog aanvullende informatie
geven over de ziekenhuisproblematiek, die de heer
De Raaff in het kader van zijn optiek terecht heeft
besproken. Wat het resultaat ook zal zijn, wij staan
in de startblokken om voor een eventuele concentra
tie van ziekenhuizen in Breda ruimte te maken. Tus
sen het bestuur van het ziekenhuis.- de architect,
het provinciaal bestuur en de dienst openbare werken
wordt onder leiding van laatstgenoemde dienst in
een groep overleg gepleegd over alle plaatsen waar
mogelijkerwijs in Breda een ziekenhuis van de be
doelde omvang kan worden geprojecteerd, opdat we op
tijd gereed zijn.
Over de "prestige-objecten" had ik iets willen
zeggen, maar daar is mijn collega Broeders al op in
gegaan. Ook ik zou tot slot enkele algemene opmer
kingen willen maken, zii het dat die wat minder po
litiek geladen zullen zijn dan die van de heer Broe
ders. Als de heer Kaarsemaker in zijn algemene be
schouwing het optreden van Van Dun ten aanzien van
de binnenstad als voorbeeld gebruikt van politiek
handelen in de vieze betekenis die hij in de ency
clopedie heeft gevonden, dan zit hij daar goed fout
mee en dan steekt hij zijn progressieve neus in
zaken waar hij geen moer mee te maken heeft. Ik
vind dat wethouders en fracties ondanks formele
regels ook t.i jdens raadsvergaderingen inhoudelijk
met elkaar mogen overleggen. Naar mijn mening is
het een groot goed dat de mogelijkheid daartoe be
staat. Wij gaan gelukkig nog niet gebukt onder de
sociale controle die dit soort contacten meteen sus
pect maakt.
Het begrip "participatie" is genoemd. Welnu,
men weet dat wij daar al jarenlang iets aan doen.
Als men ziet wat er in de renovatiewijkenin het
bijzonder in de Gerardus Majellawijk, gebeurt, kan
men constateren dat wij ons bezighouden met het
probleem van de participatie en dat er ook in die
geest wordt gereageerd.
Tot slot iets over een opmerking waar ik geen