1659
9 NOVEMBER 1976.
bal van begrijp of misschien ook wel de
plannen voor de Haagse Beemden zouden potentiële
kiezers voor het C.D.A. en de V.V.D. trekken. Het
is niet eens nodig dat we dat zouden doen, want
de kiezers komen vanzelf wel.'
Wethouder VAN GRAAFEILAND: Verleden week don
derdag had de commissie jeugd, sport en recreatie
een uitje en na afloop hebben we zitten "voorfilo-
soferen" over deze begrotingsbehandeling. Eén van
de leden van de commissie lanceerde toen het idee
dat men op de vraag van de voorzitter aan het be
gin van deze debatten aan wie hij het woord zou
geven, een volledig stilzwijgen zou kunnen laten
volgen. Als niemand het woord had gevraagd, hadden
we kunnen gaan stemmen en hadden we om kwart over
zeven buiten kunnen staan om naar het Brabants Or
kest te gaan of iets anders leuks te gaan doen. De
één zal dit een belachelijk idee en baarlijke non
sens vinden, terwijl de ander toch wel iets in de
ze gedachte zal zien.
Dit geldt in mijn ogen ook een beetje voor de
onderdelen van de algemene beschouwingen. De beoor
deling daarvan beweegt zich tussen "baarlijke non
sens" en "goede gedachten", zoals ook al uit de
woorden van de voorgaande sprekers is gebleken.
Ik wil beginnen met enkele opmerkingen over
de sector van jeugd, sport en recreatie. Bij de be
handeling van de begroting voor 1976 kon al voor
uitgang worden geconstateerd doordat het college
de nodige financiële ruimte voor deze sector had
gecreëerd. Voor 1977 is dit beleid voortgezet, zo
dat de personeelsbezetting en de organisatie van
de dienst verder langs de weg van de geleidelijk
heid op een redelijk peil kunnen worden gebracht,
terwijl voor een aantal voorzieningen financiële
ruimte is geschapen.
Ook ik kan er niet omheen enige woorden aan
de solidariteit te wijden. Uit de inmiddels getrof
fen maatregelen en de verschenen concept-beleidsno
ta inzake de sport en voor wat de jeugd betreft