1663
9 NOVEMBER 1976.
leving heeft daar voor een belangrijk deel altijd
op gedraaid en gegeven de strikt persoonlijke be
leving van welzijn, zal dat ook altijd zo moeten
blijven.
Een soortgelijke overweging is opgenomen in de
algemene beschouwingen van de heer Dees, namelijk
in de passage over de rol van het particulier ini
tiatief en de plaats van de vereniging, onderwerpen
waaraan waar dat mogelijk is concreet gestalte wordt
gegeven. Ik wijs erop dat het college heeft beslo
ten eigenlijk tegen het advies van het provin
ciaal opbouworgaan in een sportadviesraad in het
leven te roepen om in de vorm van die Sp.A.R. een
belangrijke partner bij de vormgeving van het be
leid te krijgen. Ook hier zien we een concrete
aanpak van participatie van betrokkenen.
Dit lijkt mij het ogenblik waarop ik kan over
stappen op economische aangelegenheden, omdat ik
verwacht dat de behandeling van de begroting van
de dienst jeugd en sport nog voldoende stof tot
discussie zal kunnen geven, op detailpunten of
hoofdpunten
Met betrekking tot de economische aangelegen
heden acht ik mij ontslagen van de plicht om in al
gemene zin in te gaan op het werkgelegenheidsbeleid,
enerzijds omdat daarover meermalen met de raad van
gedachten is gewisseld en op dat punt naar mijn in
druk overeenstemming bestond, anderzijds omdat in
de algemene beschouwingen concrete vragen voorko
men die beantwoording behoeven. Ik zou deze vragen
op de voet willen volgen. Allereerst iets over de
algemene beschouwingen van het C.D.A.. De heer
Geene heeft zich afgevraagd of het college dan wel
de raad meer had kunnen doen op het terrein van
het behoud en de uitbreiding van arbeidsplaatsen.
Ik spits die vraag toe op een aantal aspecten van
het mede richting geven aan een regionaal beleid.
Door de heer Geene zijn instrumenten genoemd welke
op gewestelijk niveau kunnen worden gehanteerd. Het
is ons bekend dat deze zelfde instrumenten voor
zien van een prioriteitenbepaling deel uitmaken