1667 9 NOVEMBER 1976. lende opvattingen over de grenzen en de mogelijk heden van een gemeentelijk werkgelegenheidsbeleid, is het werkgelegenheidsbeleid tot nu toe door P.v.d.A/P.P.R. ondersteund. De ongemotiveerde "uit smijter" van de heer Crul aangaande de selectieve werkgelegenheidspolitiek komt ons niet alleen daardoor onbegrijpelijk voor. Het impliciete ver wijt dat in het werkgelegenheidsbeleid wordt ge marchandeerd met menselijk geluk uit politiek ge win, acht ik volstrekt onaanvaardbaar. Ieder mens is uniek maar komt slechts door anderen tot leven en dat geldt ook voor de vormgeving van het beleid en de samenleving. Het heeft geen enkele zin zich op deze wijze buiten spel te zetten. Wethouder SANDBERG: Het antwoord van het col lege heeft op de eerste plaats tot doel dat wordt ingegaan op de vragen die tijdensde algemene be schouwingen zijn gesteld. Aangezien ik mag consta teren dat de sector Van de bedrijven in het geheel niet en de sector cultuur nauwelijks aanleiding heeft gegeven tot vragen, zal ik de mij toegemeten tijd slechts voor een deel gebruiken. Wellicht is dat mijn enige kans om tijdens deze begrotingsbe handeling alle partijen tegelijk een plezier te doen Een wellicht dreigend misverstand wil ik bij voorbaat elimineren. De oppervlakkig georiënteerde toehoorder zou als hij aanwezig zou zijn geweest, maar hij is waarschijnlijk al lang naar bed ge makkelijk tot de conclusie kunnen komen dat er zich noch in de sector van de bedrijven, noch in de sec tor van de cultuur problemen zouden voordoen. Niets is minder waar. Er zijn problemen en probleempjes bij het energie- en waterbedrijf, er zijn problemen bij het slachthuis, er zijn mogelijk nog méér pro blemen bij het vervoerbedrijf en de sector cultuur, welk onderdeel men ook neemt, stérft van de proble men. Er zijn probleempjes en zelfs ook wel proble men waar ik soms wakker van lig. Ongetwijfeld zul len vele daarvan vrijdag wel aan de orde komen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1667