1671 9 NOVEMBER 1976. merken dat de permanente educatie een maatschappij- vreemde benadering krijgt of dreigt te krijgen. Ik kan niet anders dan een dergelijke opmerking, tech nocratisch schouderophalend, naast mij neerleggen. Bij de benadering van de permanente educatie gaat het niet alleen om weer nieuwe zaken. Veeleer is dit een proces van het beter op elkaar afstem men van wat er reeds bestaat en dat is geen bij spijkeren van het reeds bestaande, maar het inspe len op wensen, het geven van informatie, het opspo ren en invullen van lacunes en het eventueel daar onder leggen van een structuur. Permanente educatie is niet gericht op specifieke onderdelen van de bevolking. Zij wordt geen instituut voor de kans armen, omdat men daar mogelijk weer andere kans armen mee zou creëren. In mijn optiek zal aan een ieder die er behoefte aan heeft zijn kennis en so ciale vaardigheid bij te spijkeren, de mogelijkheid daartoe moeten worden geboden, ook aan de buiten landers die in onze stad verblijven. Daarbij moe ten we ons echter niet zó opstellen, dat we eerst gaan vragen: "Hoe komt het eigenlijk dat u bent achtergebleven? Was het de schuld van u zelf of was het de schuld van uw ouders, was het uw milieu of was het de samenleving dan wel was het wellicht het land van herkomst?" Ik vind dat we geen paspoorten moeten gaan maken met de opdruk "kansarm"die er gens toegang zouden verschaffen om onder bepaalde condities iets te gaan verwerven. Het beleid in de sector cultuur zal in het komende jaar 1977 voornamelijk gebaseerd zijn op de uitgangspunten en de prioriteiten die zijn neerge legd in de nota "Van cultuur naar kuituur", die dit jaar door de raad is aanvaard en derhalve uitgangs punt vormt. Natuurlijk zijn er ook andere invloe den: de landelijke nota "Kunst en kunstbeleid", de opvattingen van de minister en de in het vooruit zicht gestelde provinciale nota zullen zeker hun invloed op het beleid doen gelden. Ook gaat invloed uit van het continu overleg dat met de burgers van Breda wordt gepleegd. Alle directies, alle medewer-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1671