1676 11 NOVEMBER 1976. (Middag) fractievoorzitters beginnen. Daarbij wil ik dezelf de sprekersvolgorde in acht nemen die ook eerder in acht is genomen en dat betekent, dat de heer Geene het eerst met zijn toespraak kan beginnen. De heer GEENE: Ik wil graag rekening houden met uw verzoek het allemaal wat vriendelijk te hou den, maar ik kan toch niet ontkomen aan het nog eens de revue laten passeren van de algemene be schouwingen. Het slagveld van de algemene beschouwingen overziend meen ik te mogen constateren, dat de aan vallen fel maar wel duidelijk waren en dat van bei de kanten. Een stuk opgekropte ergernis van onze kant en een stuk frustratie misschien van de kant van de oppositie zijn gespuid. Er is getracht het C.D.A. en zeker de fractievoorzitter flink tegen de schenen te schoppen en ook is gebleken, dat de oppositiepartijen de door hen geponeerde stellin gen niet hebben kunnen waarmaken. Het waren oude verhalen in wat andere bewoordingen gebracht. Ik zou de federatie dan ook willen aanbevelen bijvoor beeld mijn repliek van het vorig jaar nog eens na te lezen. Zij zal dan ontdekken dat ik met het voorlezen van die repliek ook dit jaar antwoord zou kunnen geven op haar algemene beschouwingen. Verwijten werden ook aan het adres van het college gericht, die verwijten daalden echter op de hoofden van de oppositiepartijen zelf neer. Stuk voor stuk werden deze verwijten door het college op een voortreffelijke wijze weerlegd, met voorbeel den werd overduidelijk aangeduid wat er in het af gelopen jaar weer is gerealiseerd Vele van de nu nog door de oppositie aangedragen zaken zijn reeds tot stand gekomen en het verbaast mij eigenlijk dan ook niet dat zowel door de heer Kaarsemaker als de heer Oomen is gesteld, dat 90 van de col legevoorstellen door hen wordt gevolgd omdat ze ook voor hen acceptabel zijn. De heer OOMEN: 95 %l

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1676