11 NOVEMBER 1976. 1683 (Middag) bestuur kon deelnemen en er wel sprake kon zijn van samenwerking, wat nu niet meer mogelijk blijkt te zijn? Er is nog een opmerking van de heer Crul waar aan ik niet voorbij kan gaan, namelijk zijn opmer king over de artikel 19-procedure waarbij hij de term "onbehoorlijk bestuur" heeft gebruikt. Als er een grote achterstand is in goedgekeurde bestem mingsplannen dan kun je zo'n hiaat constateren, maar er is op dat moment niet veel meer aan te doen dan het zoveel mogelijk versnellen van de studies. Bij het ontbreken van goedgekeurde bestemmingsplan nen kun je toch echter de bouw in de hele stad niet stilleggen? Wij moeten wel doorwerken en overigens is het ook niet waar, dat wij in Breda onvoorzich tig met artikel 19 omspringen. Laten wij reëel blij ven en doen wat er gedaan moet worden! Voorts de opmerking van de heer Crul over on ze interesse voor en het belang dat het C.D.A. zou hebben bij de realisering van de Haagse Beemden. De hierover gemaakte opmerking heeft wel eindelijk duidelijkheid gebracht, steeds opnieuw heb ik mij afgevraagd waarom ze nu eigenlijk tegen zijn, maar nu heeft de heer Crul het gezegd: de kiezers van het C.D.A.de rechtse kiezers komen erop af. Dat geeft mij aanleiding de heer Crul te vragen of de rechtse kiezers in zijn visie niet dezelfde rechten hebben als de linkse kiezers. Ik zou graag zien dat hij daarover eens nadacht. De toekomst is ech ter niet zo somber, eens zullen zij inzien dat de kiezers niet gebaat zijn met een niet-reële opposi tie. De slijtage is ook al zichtbaar en de renovatie naar mijn mening zeer aanstaande. Ik geloof allang niet meer in de zogenaamde eenheid van den ken en werken, waarin zij ons willen doen geloven, waarbij ik eveneens afga op gefluister in de wandel gangen zoals ook zij dat in bepaalde gevallen doen, wat betekent dat je de juistheid ervan niet behoeft te bewijzen. De toekomst zal wel leren wie gelijk heeft, maar in ieder geval ben ik voorlopig nog on der de indruk van het tempo waarin het college het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1683