1690 11 NOVEMBER 1976. (Middag) overloop vanuit de Randstad Holland naar West-Bra bant aanvaardt, met alle gevolgen van dien voor de werkgelegenheid, de infrastructuur, het leef milieu en noemt u maar op. In de afgelopen dagen heb ik getracht te checken hoe nu de procedure rond om de verstedelijkingsnota zal zijn, naar aanlei ding waarvan ik moet zeggen dat ik er in de eerste plaats niet uitkom en dat ik in de tweede plaats toch wel verontrust ben over het tempo waarin Bre da zijn opvattingen over de verstedelijkingsnota formuleert. De wethouder heeft medegedeeld, dat conform het raadsbesluit dat geef ik toe in het voorjaar van 1977 op grond van basisgegevens voor het structuurplan voor het stadsgewest een discussie zal kunnen plaatsvinden, maar hoe ver houdt deze procedure zich tot de procedure en de beslissingen op landelijk niveau? Wat de verstede- lijkingsnota betreft is het bekend, dat de procedure van de planologische kernbeslissing zal worden gevolgd wat inhoudt, dat de feitelijke beslissing door de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelij ke Ordening zal worden genomen nadat regering en parlement in overleg een uitspraak ter zake zullen hebben gedaan. Voordat die beslissing op landelijk niveau zal zijn genomen, een beslissing die bindend zal zijn voor Noord-Brabant en dus ook voor Breda, heeft de provincie, de gemeente of het stadsgewest de mogelijkheid opvattingen over de verstedelij- kingsnota naar voren te brengen. Wat is nu het punt? Het is bekend dat minister Gruyters er nadruk kelijk naar streeft of dat zal lukken is een tweede -- de gehele verstedelijkingsnota voor de Tweede Kamer-verkiezingen door de Kamer te krijgen. Welnu, als hij daarin slaagt zal er op dat moment landelijk een beslissing zijn genomen, die nogmaals gezegd voor geheel Brabant bindend zal zijn en het is de vraag wat er dan nog zal kunnen worden veran derd. Misschien heb ik het hier en daar verkeerd beschouwd, maar ik ben er erg ongerust over en daarom zou ik erop willen aandringen een en ander toch nog eens zorgvuldig te bekijken. Wij moeten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1690