1696 11 NOVEMBER 1976. (Middag) moeten openhouden. Voor het openhouden van de moge lijkheid hiertoe geeft u naar mijn mening een aan knopingspunt in de nota van aanbieding waarin u op bladzijde 32 vermeldt, dat u de hoofden van de verschillende diensten nu reeds de opdracht hebt gegeven een onderzoek in te stellen naar de moge lijkheid in de uitgaven voor 1977 bezuinigingen aan te brengen. U noemt voorts een tweetal punten waarvoor deze eventuele bezuinigingen wellicht ge bruikt zouden kunnen worden, in de eerste plaats stelt u dat daardoor de budgetten voor 1978 mis schien gemakkelijker op peil zullen kunnen worden gehouden en in de tweede plaats wijst u op de moge lijkheid van het voor nieuwe taken gebruiken van eventuele bezuinigingen op de uitgaven voor 1977. Wij zouden op deze constructie een aanvulling wil len aanbrengen, inhoudende dat de ruimte die even tueel door deze bezuinigingen zal worden gevonden zo dat wenselijk blijkt ook gebruikt zal kunnen worden voor een mindèr sterke stijging of een ver dere verlaging van de onroerend-goedbelasting. Om deze nevenschikking te bereiken heb ik het genoegen mede namens de heren Geene, Van Banning en Taks een motie in te dienen. De motie luidt als volgt: "De Raad der gemeente Breda in vergadering bij een op 11 november 1976, gehoord de beraadslagingen over de gemeente begroting voor het dienstjaar 1977, kennis genomen hebbende van het verzoek aan alle diensthoofden om nu reeds mogelijkheden tot bezuinigingen in de toegewezen budgetten voor 1977 te onderzoeken, voorts kennis genomen hebbende van de opvat ting van het college dat deze eventuele bezui nigingen in 1977 de opvang van de verlaging van de voor 1978 toe te wijzen budgetten öf de mindere mogelijkheden voor nieuwe zaken in dat jaar wellicht iets te vergemakkelijken,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1696