11 NOVEMBER 1976. 1697
(Middag)
van oordeel dat eventuele bezuinigingen in
1977 desgewenst ook vertaald moeten kunnen
worden in een verlaging of minder sterke stij
ging van de onroerend-goedbelasting
nodigt het college uit:
a. rekening te houden met deze wens en
b. de raad voor 1 mei 1977 te rapporteren over
het resultaat van het betreffende onder
zoek
en gaat over tot de orde van de dag."
Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie
mede onderwerp van beraadslaging uit.
De heer KAARSEMAKER: Ik ben blij dat ik als
jong en onervaren politicus het woord tot de raad
mag richten. Overigens kan ik mij voorstellen dat
de heer Geene niet erg gelukkig is met de conclu
sies van mijn algemene beschouwing in eerste in
stantie en het is dan natuurlijk het gemakkelijkst
er wat denigrerend over te spreken.
De heer GEENEIk heb er toch wat moeite mee
als de heer Kaarsemaker mijn opmerking uitlegt als
denigrerend. Zo was het zeker niet bedoeld en ik
wil ook in aanmerking nemen dat er sprake is ge
weest van voor u onaangename omstandigheden, maar
ik meen dat u alles bij elkaar een goed jaar als
raadslid hebt gefunctioneerd en als u ons dan een
college wilt geven in besturen en democratie dan
schiet dat bij ons wat in het verkeerde keelgat.
De heer KAARSEMAKER: Ik neem aan dat wij het
op dit punt niet helemaal eens zullen worden. In
ieder geval heb ik het wel als enigszins denigre
rend ervaren, wat de heer Geene met zijn ervaring
wellicht had kunnen voorkomen door zijn opmerking
wat anders te formuleren.
Voorts zou ik willen opmerken dat in de alge
mene beschouwingen van de zijde van onze frac
ties niet de privé-meningen van de sprekers naar