1700 11 NOVEMBER 1976.
(Middag)
rapport over decentralisatie van het bestuur in
het college zal worden besproken en aan de raad
zal worden gepresenteerd. Teleurgesteld zijn wij
echter dat het college kennelijk niet de bereid
heid heeft een onderzoek in te stellen naar wijk
raden waaraan bevoegdheden kunnen worden overge
dragen. Bij een grootschalige opzet van het bestuur
kan democratie, de medezeggenschap van iedere bur
ger en de medeverantwoordelijkheid, niet goed func
tioneren. Uit het betoog van de heer Geene heb ik
opgemaakt, dat ook het C.D.A. denkt in de richting
van meebeslissen en medeverantwoordelijkheid. Ik
zie de heer Geene bevestigend knikken, dat heb ik
dus goed opgevangen. De heer Dees heeft ook gespro
ken over decentralisatie en zijn stellingen die
vooral betrekking hadden op decentralisatie van de
hogere naar de lagere overheden kunnen natuurlijk
ook worden doorgetrokken in de zin van decentrali
satie van gemeentelijke overheden naar lagere orga
nen die daaronder weer gecreëerd zouden kunnen
worden. Nogmaals, hoe een en ander precies gerea
liseerd moet worden kunnen wij op dit moment ook
niet zeggen, hoewel wij daarover natuurlijk wel
onze ideeën hebben. Onderzoek hiernaar lijkt ons
echter zinvol, zeker daar met betrekking tot de
wijkraden ook signalen vanuit de bevolking komen
zoals de vorige week is gebleken tijdens een werk
bezoek aan Princenhage.
Het besturen van een stad als Breda, van een
zo grote stad als Breda zoals wij toch onderhand
wel mogen zeggen, is een bijzonder moeilijke en
ingewikkelde aangelegenheid. Over duizend en één
zaken moet worden beslist. Natuurlijk heeft de voor
zitter gelijk als hij zegt, dat de voorbereiding
van de besluitvorming in het college geschiedt en
dat de raad beslist. Een belangrijke en steeds
groeiende factor bij de beleidsvoorbereiding is ech
ter het ambtelijk apparaat. Wethouder De Raaff heeft
dat nog eens duidelijk gedemonstreerd toen hij
sprak over de sociaal controleur, begrijpt u mij
goed, dit is niet bedoeld als een verwijt en de