11 NOVEMBER 1976. 1701 (Middag) loyaliteit of integriteit van de ambtenaren wil ik ook zeker niet in twijfel trekken, ik constateer slechts een grote en groeiende invloed van het amb telijk apparaat. Misschien is dat bij de huidige bestuursvorm ook wel onvermijdelijk. Nu echter de invloed van het ambtelijk apparaat zo groot is, is het ons inziens van groot belang dat binnen het ambtelijk apparaat zoveel mogelijk wordt gedemocra tiseerd. Kan de wethouder van personeelszaken iets zeggen over hetgeen hieromtrent in regelingen is vastgelegd? Ten aanzien van andere punten, betrekking heb bend op inspraak en democratisering, zal Rein Welschen bij de behandeling van de portefeuille Algemene Zaken nog het woord voeren. Tot slot zou ik nog iets willen zeggen over de sfeer in deze raad. Enkele opmerkingen hieromtrent heb ik reeds verweven in een vorig deel van deze repliek. Bij interruptie heeft de Geene dinsdag wederom gesuggereerd, dat de fracties van Partij van de Arbeid en P.P.R. bepaalde banden met bepaal de groepen zouden onderhouden. De heer Geene weet wel beter, maar toch debiteert hij weer een derge lijke uitspraak, een nieuw voorbeeld van de wijze waarop de sfeer in deze raad vertroebeld kan wor den en er gepolariseerd wordt om het polariseren. De heer GEENE: Ik zou toch wel graag van de heer Kaarsemaker willen weten wat ik precies zou hebben gezegd. Ik kan mij niet herinneren te hebben gezegd dat hij ergens in participeert, ik heb al leen gezegd: het lijkt wel alsof. Dat is iets heel anders. De heer KAARSEMAKER: Ja, dan komt de onerva ren politicus natuurlijk weer naar voren, maar als u tijdens een raadsvergadering "het lijkt wel alsof" zegt, dan bedoelt u daar iets mee. Als u stelt dat het lijkt alsof wij aandelen hebben bij bepaal de clubs

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1701