1704 11 NOVEMBER 1976. (Middag) tie behoeft te zijn, dat datgene waaraan je je geld besteedt een kwestie van keuze is. Waarom hebt u die keuze in het door mij bedoelde geval wel ge maakt en waarom doet u dat naar aanleiding van ons voorstel niet? Als daarop alleen maar wordt gezegd dat het om een landelijke en persoonlijke aangele genheid gaat dan is dat een antwoord, waarmee ik geen genoegen neem; het is namelijk helemaal geen antwoord De heer Geene heeft getracht vanuit zijn con fessionele achtergrond, zijn mens- en maatschappij visie en zijn levensbeschouwelijke opvattingen dui delijk te maken, dat ontwikkelingshulp op het ter rein van zending en missie ligt. Als de heer Geene echter in zijn informatieboekje zegt dat zijn frac tie politiek bedrijft op grondslag van het evange lie,- dan kunnen wij daaruit niet anders begrijpen en verstaan dan dat men ook de waarden en normen van het evangelie voor zover ik in mijn chris telijk verleden iets 'van het evangelie heb begre pen -- met name met het oog op de zwakken en ach- tergestelden in onze samenleving ook politiek wil laten doorklinken. Natuurlijk heb ik niet willen beweren, dat wij met de 95.000,voor de Tap toe de honger in de wereld zouden kunnen oplossen. Dat heeft de heer Geene mij bij interruptie in de schoenen willen schuiven en bij deze replieken heeft hij dat opnieuw geprobeerd, maar dit accepteer ik niet, want bij mijn algemene beschouwing die ik namens de federatie van fracties heb uitgesproken heb ik erop gewezen dat het wat de problematiek van de Derde Wereld betreft om de ongelijke wel vaartsverdeling in de wereld gaat, om de oneerlijke uitkomsten van de huidige liberale wereldeconomie en om het feit dat er een heel andere economische wereldorde moet komen. Het werken op lokaal niveau aan de bewustwording ten aanzien van deze kwestie waarbij wij mensen kunnen laten zien waarom het in feite gaat, is een taak van de lokale overheid via onder andere onderwijs en permanente educatie, via ook het ondersteunen van activiteiten die daarop

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1704