5 FEBRUARI 1976
170
tafel liggende voorstel omdat de mensen die gehandi
capt of ernstig ziek zijn en die toch al bijstand
moeten trekken, het in deze maatschappij niet gemak
kelijk hebben, en omdat wij van de normen die voor
deze mensen worden gesteld erg geschrokken zijn. Het
betreft hier mensen die het geluk hadden dat zij
nog met hun medemensen konden communiceren als zij
om welke reden dan ook het huis niet konden
verlaten. Wij vinden het zeer attent van het colle
ge dat het hier direct op heeft gereageerd, want
het is in deze tijd onvoorstelbaar dat mensen van
dit communicatiemiddel worden afgesneden.
Tegen de wijze waarop een en ander bekend is
geworden en de procedure die is gevolgd hebben wij
zeer ernstige bezwaren. Wij hebben er vooral beden
kingen dat iets op 2 december wordt afgekondigd,
terwijl het in januari al moet worden ingevoerd.
Op die manier is het praktisch onmogelijk de betrok
kenen in te lichten over de toestand waarvoor zij
worden geplaatst. Het was voor het ambtelijk appa
raat en het college voor de verlening van bijstand
vrijwel onmogelijk hierop goed in te spelen, zodat
er storingen tussen de cliënt en het ambtenarenap
paraat waren ontstaan.
Wij zijn zeer verheugd over het voorstel en wij
hopen dat de raad in grote meerderheid het advies
van het college voor de verlening van bijstand zal
overnemen. Wij moeten een zodanige druk leggen, dat
wij deze groep mensen niet in de kou laten staan.
De heer KOERTSHUIS: In de laatstgehouden ver
gadering van de commissie voor matschappelijke
dienstverlening en sociale zaken werd eerst tijdens
de rondvraag door het P.P.R.-raadslid de heer Jon-
geneei een brief van het college voor de verlening
van bijstand inzake een wijziging van het besluit
landelijke normering per 1 januari 1976 ter sprake
gebracht. Van het bestaan van deze brief, alsmede
van de inhoud ervan was ik tot op dat ogenblik vol
strekt niet op de hoogte. De brief werd staande de
vergadering gefotocopieerd, er werd een korte lees-