1710 11 NOVEMBER 1976.
(Middag)
waarbij wij hebben gezegd: laat ons van een aantal
feitelijkheden uitgaan. De raad heeft dat destijds
ook onderschreven omdat die feitelijkheden er nu
eenmaal liggen, maar ondanks die feitelijkheden
zouden wij toch wel kunnen bekijken hoe wij rede
lijk met elkaar kunnen verkeren. Dit behoeft dan
geen driehoeksverhouding te worden, het gaat gewoon
om de verhoudingen in deze raad.
De heer GEENE: Wat u nu beweert ontken ik niet,
maar u moet er toch ook wel bijzeggen welke eisen
u hebt gesteld om aan een samenwerking weer gestal
te te geven. Ik geloof dat u zoiets als een eigen
ambtelijk apparaat vroeg.
De heer CRUL: Dat zou niet gek zijn, maar
De heer GEENE: Het staat onder punt 6 in één
van uw brieven.'
De heer CRUL: Dat weet ik wel, maar daar ging
het in wezen niet om. Dat was een uitwerking van
zaken
De heer GEENE: Maar mij wel.' Dat noem ik geen
samenwerking
De heer CRUL: Nu begint u weer, terwijl het
helemaal niet juist is wat u zegt. Wij waren het
over drie punten niet eens. Wij hadden een aantal
punten geformuleerd waarvan wij zeiden: dat moet
je gewoon vaststellen, dat zijn gegevenheden. Daar
naast waren er punten waarover te praten was
De heer GEENE: Daar loop ik nu net te lang
voor mee, mijnheer Crul. Als wij bijvoorbeeld op
punt 3 hadden toegegeven was u met punt 6 gekomen
als eis.
De heer CRUL: Dat is niet, het geval, de heer
Dees en de voorzitter moeten dat op grond van hun