1712 11 NOVEMBER 1976. (Middag) In die brief werd medegedeeld dat u met ons wilde praten en er is toen ook gepraat. De heer DEES: Wij hebben toen wel gezegd dat wij wilden praten, maar niet op basis van voorwaar den uwerzijds die u eerst wilde zien verwezenlijkt. De heer CRUL: Wij hebben geen voorwaarden ge steld, maar gewoon feiten op papier gezet, feiten die er lagen en die ook de voorzitter van de raad constateerde. De brief waarover is gesproken is ook beantwoord en daarna hebben wij inderdaad met elkaar gepraat tot wij ons op 9 april jl. op het standpunt hebben gesteld, dat wij op basis waarop wij toen bezig waren niet meer wilden praten, dat wij er geen zin meer in hadden en dat u het zelf verder maar moest uitzoeken. De heer TEN WOLDE: Dit is een volkomen onjuis te interpretatie van'het gesprek dat destijds heeft plaatsgevonden. Van de zes door de heer Crul naar voren gebrachte punten had een vijftal betrekking op de constateringen, zoals hij die zag, maar die konden wij niet onderschrijven omdat punt 6 de con clusie inhield dat wij in de gegeven verhoudingen nooit tot een oplossing zouden kunnen komen omdat de inhoudelijke argumenten van links niet in de be sluitvorming zouden zijn meegenomen. Naar aanlei ding daarvan heb ik gezegd, dat de inhoudelijkheid van de argumenten en de inhoudelijke beoordeling van de voorstellen in de commissies zouden moeten worden afgewogen. Daarop heeft de heer Crul geen antwoord gegeven De heer CRUL: Dit is een verkeerde voorstel ling van zaken wat door u, mijnheer de voorzitter, omdat u eveneens een bepaalde rol hebt gespeeld, ook wel kan worden onderkend. U weet beter dan wie dan ook dat het bij de onderhandelingen op de ge noemde punten heeft vastgezeten en dat V.V.D. en C.D.A. toen niet bereid waren over andere prakti sche dingen te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1712