a 1714 11 NOVEMBER 1976. (Middag) De heer VAN BANNING: De commissies zijn mijns n inziens voornamelijk commissies van advies, wat a wil zeggen dat zij advies uitbrengen, maar bij het doorlezen van de commissie-verslagen moet ik heel vaak constateren dat men zich van bepaalde zijde n onthoudt van het uitbrengen van een advies. Dit b is naar mijn mening het grote probleem. De heer CRUL: Dat doen wij maar zelden.' g d De heer VAN BANNING: Dan zou het voor u mis- d schien interessant zijn de verslagen van de deel- d begrotingen nog eens te lezen. w De heer CRUL: De heer Oomen zal het ook gaan a bijhouden, dan kunnen wij dat volgend jaar eens c bezien. t In het betoog van de heer Geene klinkt toch E wel door, dat welvaart bijzonder belangrijk is. p Op zichzelf ontkennen wij dat niet, maar hij maakt a het welzijn en datgene wat met welzijn te maken v> heeft daaraan nogal ondergeschikt. Dat is een be- langrijke constatering, omdat je dan eigenlijk 1 meteen de lijn kunt doortrekken naar de opvattin- z gen die je over de verschillende terreinen van het maatschappelijk leven hebt. Praktische aspec- e ten willen wij natuurlijk geenszins onderschatten, evenmin als materiële aspecten, maar het is toch k wel van wezenlijk belang waarvan je in je opvat- t tingen over het maatschappelijk gebeuren uitgaat. c Welzijn moet geen afgeleide van welvaart zijn, het 1 hoort juist andersom. h c De heer GEENE: De heer Crul is aan het ont- r sporen, mijnheer de voorzitter. Hoe komt hij erbij dat ik het welzijn ondergeschikt zou maken aan wat c dan ook? Ook de heer Crul heeft in zijn algemene c beschouwing bezorgdheid uitgesproken over de finan- z ciële positie van Breda en hij heeft evenmin ont- kend dat er, wanneer je aan bepaalde voorzieningen c aandacht wilt schenken en daaraan iets wilt doen, z

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1714