11 NOVEMBER 1976. 1715 (Middag) nu eenmaal geld voor nodig is. Daarom heb ik een en ander achter elkaar geplaatst. De VOORZITTER: Wilt u, als het niet heel hard nodig is, nu even niet meer interrumperen en de heer Crul zijn algemene beschouwing laten afmaken? De heer CRUL: Het college interrumpeert door gaans niet, al heeft de heer Sandberg dat wel ge daan. Het wordt nu misschien wat gemakkelijker om dat ik nog iets in de richting van wethouder Broe ders wil zeggen. Als de heer Broeders over het onderwijs, ont wikkeling of maatschappijvorming praat wordt hij altijd wat emotioneel. Hij heeft zich dinsdag in dit opzicht wel wat beperkt, maar er zat weer wat te komen wat hij uiteindelijk heeft onderdrukt. Emoties waarderen wij wel, maar het brengt in de praktijk zo weinig op. Als hij emotioneel wil re ageren, laat hem dan de maatregelen treffen die wij voorstaan, maar dat komt er niet uit. Wat hij van Illich heeft voorgelezen spreekt mij persoon lijk ook wel aan, natuurlijk is het onderwijs op zich ook niet in staat de nu eenmaal bestaande kloof te verkleinen of weg te werken, maar er zijn elementen in het onderwijs, de ontwikkeling en de vorming die uitdrukkelijk tot een dichting van die kloof bijdragen. Die elementen, de in dit opzicht te treffen maatregelen, hebben wij bij het debat over het schoolverlaters-onderzoek naar voren ge bracht, maar dan "zweeft" de wethouder maar wat en komt hij niet met feitelijke maatregelen naar voren die op de resultaten van dat onderzoek zouden kun nen inspelen. Wat de financiën betreft is er ingegaan op het geen bij de algemene beschouwingen van onze kant over de prestige-objecten is gezegd. Natuurlijk zijn er vele voorzieningen die voor het welzijn van de bevolking van Breda van groot belang zijn, die heb ik ook genoemd, maar daar ging het in we zen niet om. Vanzelfsprekend is de rioolwaterzuivering

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1715