1716 11 NOVEMBER 1976.
(Middag)
van belang en hetzelfde geldt voor de wijkverwar-
ming, het gaat er echter om dat geldt ook voor
het inrichten van de binnenstad en zaken die daar
mee te maken hebben dat op het moment waarop de
raad bepaalde beslissingen neemt de financiële ge
volgen daarvan veel te rooskleuring worden voorge
steld, wat betekent dat wij later onze trekken
thuis krijgen. De Partij van de Arbeid en de P.P.R.
hebben daaraan in het verleden ook meegedaan, wij
hebben echter moeten constateren dat gegevens die
op een gegeven moment aan ons werden voorgelegd la
ter achterhaald bleken te worden. Nogmaals, de fi
nanciële consequenties werden veel te rooskleurig
voorgesteld, dat is het punt waarom het bij de
financiën gaat. Op dit moment wordt nog steeds de
zelfde weg bewandeld en zeker een project als de
Haagse Beemden lijkt een prestige-object te zijn.
Daartegen hebben wij grote bedenkingen, wij willen
in dit opzicht duidelijkheid hebben zodat wij we
ten tot welke gevolgen het nemen van bepaalde be
slissingen in de toekomst zal leiden.
Naar de opmerkingen over de verstedelijkings-
nota en de kwestie van de groeistad hebben wij
met open mond geluisterd. Het was bijzonder, voor
al omdat de ogen van de heer Dees wat de verstede-
lijkingsnota betreft eindelijk zijn opengegaan.
Zeker voor een man die in de sfeer van de Tweede
Kamer verkeert is het toch wel opmerkelijk, dat hij
spreekt over het laten verlopen van de procedure
op een wijze die wij al in augustus in een brief
aan het college hebben aangegeven, een brief waarin
wij hebben geschreven dat je je over de verstede-
lijkingsnota moet laten horen wil je aan de in
spraakprocedure kunnen meedoen en wil je de opvat
tingen naar voren kunnen brengen zoals zij hier
leven. Het college, het C.D.A. en de V.V.D. hebben
zich daaraan onttrokken bij de debatten van enkele
weken geleden, wat te betreuren is.
De heer Van Dun is met een vreemd soort soli
dariteit op de proppen gekomen. Hij heeft gesteld,
dat de P.v.d.A. en de P.P.R. er wel geen bezwaar