1726 11 NOVEMBER 1976.
(Middag)
gedrukt, dat stempel hebben ze al. Iedereen be
halve wij hier met z'n 39-en misschien praat
over het misbruik dat van de sociale wetten wordt
gemaakt, overal hoor je opmerkingen in de zin van:
"hij trekt dit of dat, terwijl het niet nodig is"
en dergelijke dingen meer. Het is nu de maatschap
pij die een stempel op deze mensen drukt en waar
het ons nu om gaat is dat zij dat stempel juist
kwijt moeten raken. Het gaat niet om de paar pro
cent of paar tienden procent misbruik, het gaat er
niet om de daarmee gemoeide centen terug te verdie
nen, het gaat om bevrediging van het rechtsgevoel.
Wij willen ervoor zorgen ik neem aan, dat ook
mevrouw Paulussen het daarmee eens zal zijn dat
degenen die recht op een uitkering hebben dat recht
inderdaad krijgen èn houden. Het zijn overigens
misschien merkwaardig ook juist de direct
betrokkenen die hierom vragen. Er is onderzocht
wie nu eigenlijk sociale controle wil, waarbij naar
voren is gekomen dat toet name degenen, die terecht
uitkeringen krijgen, om controle verzoeken omdat
zij niet tot de club willen worden gerekend die
misbruik van de sociale voorzieningen maakt.
De kwestie van de sociale controleurs is door
de heer Kaarsemaker aangegrepen om op te merken,
dat de raad weliswaar het hoogste orgaan in de ge
meente wordt genoemd, maar het duidelijk merkbaar
is dat dat de ambtenaren zijn. Hij komt tot deze
conclusie omdat ik voor sociale controleurs was nog
voordat ik het rapport had gelezen. Ik had het rap
port inderdaad nog niet gelezen, maar ik wilde de
raad zo spoedig mogelijk confronteren met kennis
die inmiddels ter beschikking was gekomen. Ik heb
enkele mededelingen uit het rapport gedaan, maar
juist het feit dat ik het rapport nog niet had ge
lezen en dat ik lang voordien al voorstander was
van het aanstellen van sociale controleurs bewijst,
dat ik niet op het kompas van de ambtenaren vaar.
Ik heb nog steeds het idee dat er gebeurt wat ik
wil en niet wat de ambtenaren willen, maar natuur
lijk moet ik toegeven dat de kwaliteit van de