1728 11 NOVEMBER 1976. (Middag) verordeningen zijn. In mijn algemene beschouwing heb ik een aantal punten aangedragen die in een per soneelsstatuut zouden kunnen worden geregeld en daarvan hebt u gezegd dat een en ander in verorde ningen is opgenomen. Vandaar nogmaals mijn vraag: is ook dit in een verordening geregeld en zo ja, hoe? Wethouder DE RAAFF: Ik ben bang dat er ook weer verschil van mening bestaat als wij spreken over democratisering van het ambtelijk apparaat. Als wij daarover praten denken wij menigmaal aan de inspraakmogelijkheden van de ambtenaren zelf en met name aan de medezeggenschapscommissies. Ten aanzien daarvan zijn er, zoals u weet, binnen het wettelij ke kader bepaalde verordeningen, zoals de verorde ning op de medezeggenschapscommissies. Dat regle ment bestaat in Breda ook en over de vraag of dat goed is heeft dat weet de heer Kaarsemaker of anders een ander lid 'van zijn fractie een en quête plaatsgevonden. Daaruit zijn verschillende dingen naar voren gekomen en op het ogenblik zijn wij bezig aan een programma van cursussen om de medezeggenschapscommissies beter te kunnen laten functioneren Dinsdagavond heb ik reeds medegedeeld dat wij een nota hebben geproduceerd over het ambtelijk op treden naar buiten. Daartoe is althans een eerste aanzet gegeven, er zal nog meer ter tafel komen en op dit moment is ter zake in ieder geval nog niets geregeld of vastgelegd. Mevrouw Paulussen heeft voorts nog gesteld dat ik praat over solidariteit als het geen geld kost, maar dat ik ook de consequenties daarvan moet accep teren. Wat dat betreft ben ik het dit maal een keer met mevrouw Paulussen eens, maar zeggen dat je so lidair bent als het wel geld kost en dat geld dan door een ander laten betalen is natuurlijk ook niet solidair. Ik hoor nogal eens geluiden in de zin van "Wij moeten solidair zijn met die mensen en daarom moet er geld voor over hebben, daarom moet er

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1728