11 NOVEMBER 1976. 1741 (Middag) oplossing. Integendeel, wij verspelen er kostbare tijd mee en het maakt het voor deze mensen alleen maar moeilijker. Ik denk dat wij veel meer in beeld moeten brengen, dat wij met met name in Nederland dns ook in Breda en de Katholieke Arbeidersbewe ging heeft daartoe haar steentje bijgedragen een sociale wetgeving hebben die een basis vormt voor een materieel menswaardig leven voor iedereen. Waar wij nog geen wetgeving voor hebben en hopelijk zal zij er ook nooit komen is de leniging, de verzachting van het bovenmateriële leed, wat ieder mens kan overkomen. Ik noem hierbij werkloosheid, ziekte, opvoedingsmoeilijkheden, eenzaamheid en af scheid nemen. Dit vraagstuk, deze opgave, kunnen wij enigszins oplossen als de mensen op de plaats waar zij staan elkaar steeds meer gaan zien en niet bewogen starend voorbij lopen. Het moet iedereen toch tot nadenken stemmen, dat wij op dezelfde voor pagina van een dagblad lezen "De grote vraag die wij moeten beantwoorden is: is er leven op Mars?" en daarnaast "Een invalide vrouw in Den Haag ligt enkele dagen naast haar gestorven man". Het is van uit deze gedachte, dat ik namens het C.D.A. durf te zeggen, dat elke Bredase burger dagelijks positief invloed kan uitoefenen op het goed functioneren althans op indirecte wijze van onze sociale dienst. Als C.D.A. willen wij ervoor blijven wer ken, dat er geen mentaliteit ontstaat van "al het uwe is het mijne", maar van "al het mijne is ook het uwe". Een grootse taak is hier weggelegd voor alle mensen die werkzaam zijn in het kader van het welzijnsbeleid. Dit zeggende vraag ik mij af, of in feite niet iedereen bezig is met het bevorderen van welzijn, het onmogelijk maken of het afbreken daar van. De professionele, gediplomeerde welzijnswer kers en -werksters zijn een heel klein topje van de grote welzijnsijsbergAls C.D.A. zijn wij er van overtuigd, dat een volledige materiële bevredi ging nooit mogelijk zal zijn. Daar waar materiële mogelijkheden werkelijk ontbreken kunnen wij put ten uit onmetelijke, grote geestelijke rijkdommen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1741