1744 11 NOVEMBER 1976.
(Middag)
waaruit of waarbinnen in het kader van de bedrijfs
situatie nog meer aandacht kan worden besteed aan
algemene vorming of scholing, niet in de allereer
ste plaats gebaseerd op het effect in economisch
of arbeidstechnisch opzicht, maar vooral gericht
op de culturele maatschappelijke ontplooiing van
deze mensen.
Wellicht is het qua tijdsplanning te lang ge
worden, maar ik ben blij dat ik dit heb mogen en
kunnen zeggen.
De heer KOERTSHUIS: De concept-deelbegroting
van deze sector geeft ten opzichte van voorgaande
jaren nauwelijks enige wijziging te zien. Toch is
het een feit, dat vooral op dit terrein van de
maatschappelijke dienstverlening en sociale zaken
de laatste jaren vele nieuwe zienswijzen zijn ont
staan. Het is dan ook opvallend dat met betrekking
tot deze sector van de voor 1977 toegewezen extra
ruimte van in totaal 371.000,-- een bedrag van
359.000,wordt besteed aan verruiming van de
personeels- en apparaatskosten van de sociale dienst
zelf. Slechts 12.000,00 naar ik meen niet
meer dan 3 verdeeld over twee posten, is in
dit deel van de welzijnszorg de enige wezenlijke
verandering voor het komend jaar. Het komt ons voor,
dat dit een lichte overaccentuering is van de dienst
zelf, vooral met betrekking tot de uitbreiding van
de personeelsformatie en dit dan afgezet tegen de
geringe mogelijkheden voor de te subsidiëren objec
ten.
Onze fractie heeft ook in voorgaande jaren bij
het college, vooral tijdens de begrotingsvergaderin
gen, aangedrongen op het tot stand brengen van be
leidsnota's, waarin bedoelde nieuwe visies door het
college zouden worden gepresenteerd. Hoewel derge
lijke nota's nog steeds niet zijn verschenen is het
wel verheugend, dat het college onlangs het concept-
-preadvies ontwikkelingsbeleid in Breda ter tafel
heeft gebracht, waarin onder meer vele nieuwe be
leidsopvattingen over de welzijnssector zijn vervat.