1754 11 NOVEMBER 1976.
(Middag)
van één opbouwwerker wordt voorgesteld met als
voorwaarde dat "aanstelling eerst mag plaats
vinden als vaststaat dat het rijk subsidie ver
leent"
overwegende dat diverse malen, laatstelijk nog
tijdens de extra-commissievergadering over
Wisselaar, wordt geconstateerd dat aanstelling
van extra opbouwwerkers een grote prioriteit
dient te genieten;
overwegende voorts, dat zulk een prioriteit
stelling moet worden gevolgd door een concreet
beschikbaar stellen van financiën, zodat de in
dit voorstel genoemde opbouwwerker direct kan
worden aangesteld;
overwegende tenslotte, dat uiteraard daarna
moet worden gepoogd een gedeelte van de aan-
- stellings- en salariskosten bij het rijk te
rug te krijgen via subsidie;
verzoekt het college van burgemeester en wet
houders:
- de genoemde voorwaarde te laten vervallen;
- bij de indiening van het concrete voorstel
aan te geven waar de nodige financiering kan
worden gevonden voor de aanstelling van de
ze opbouwwerker, los van een eventueel te
verkrijgen rijkssubsidie,
en gaat over tot de orde van de dag."
Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie
mede onderwerp van beraadslaging uit.
De heer OOMEN: Over de buitenlandse werknemers
en de permanente educatie is door mevrouw Paulussen
al het nodige gezegd en bovendien zal de heer Hen-
driksen hierop bij de behandeling van ons voorstel
inzake ontwikkelingssamenwerking nog nader ingaan.
Voorts wil ik nog een aantal concrete vragen
stellen omdat de pers tot onze spijt niet altijd
aanwezig is bij de vergaderingen van de commissie
voor maatschappelijke dienstverlening. Daaruit blijkt
wellicht dat bepaalde onderwerpen niet zo belangrijk