1762 11 NOVEMBER 1976. (Middag) zovele zaken, die mijns inziens de behoefte aan een voor dit moment en op de toekomst gerichte herziene nota personeelsbeleid rechtvaardigen. Binnen de com missie personeelszaken hebben wij daarover in de afgelopen twee jaar al uitvoerig gesproken. Ik zou graag zien dat wij het komend jaar het collegestand punt met betrekking tot deze punten nog eens duide lijk kunnen horen. Ik ben blij met het toegezegde sociaal jaar verslag, dat voor het eerst betrekking zal hebben op 1976 en ik hoop dat u ons de gelegenheid zult geven dit verslag uitvoerig in de raad te bespre ken. Ik zou het voor dit moment hierbij willen la ten, er rekening mee houdend dat het verstrekken van het sociaal jaarverslag aanleiding zal kunnen geven nog eens op een aantal zaken in te gaan. De heer DREEF: Ook mijnerzijds nog enkele op merkingen met betrekking tot personeelszaken. Namens de federatie van fracties van Partij van de Arbeid en P.P.R. kan ik evenals het vorig jaar zeggen, dat wij met u van oordeel zijn dat het op het gebied van personeelszaken te voeren beleid in deze raad onderwerp van grote aandacht moet blijven. De heer Kaarsemaker heeft in zijn algemene beschouwing al iets gezegd over de steeds wijzigende taak van het ambtelijk apparaat met betrekking tot opleiding medezeggenschap, enz. enz.. Onze fracties menen öok, in het kader van de democratisering van het ambte lijk apparaat, dat juist de ambtenaren daarin een belangrijke rol moeten spelen. In het apparaat zal zowel intern als naar buiten voortgang moeten worden gemaakt met het creëren van inspraak- en medezeggen- schapsmogelijkheden, die dan aansluiten op de ont wikkelingen die door ons in de stad worden voorzien. Dit betekent in het apparaat zelf, dat delegatie van bevoegdheden naar alle niveaus moet worden ge stimuleerd, zodat ook iedere ambtenaar in gemeente lijke dienst als volwaardige burger kan deelnemen aan hearings, beleidsvoorbereiding en -uitvoering. Op dit moment de wethouder heeft het ook reeds

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1762