1768 11 NOVEMBER 1976.
(Middag)
zou worden bezuinigd zou voor twee opbouwwerkers
moeten worden gebruikt, met betrekking waartoe de
heer Oomen heeft gezegd dat zijn fracties andere
prioriteiten leggen. Dat dat het geval is is duide
lijk, ofschoon achteraf misschien zal blijken dat
het toch iets anders ligt. Ik ben het niet eens
met de opmerking dat er sprake zou zijn van romme
len in de marge, ik herinner mij nog levendig wat
de heer Oomen tijdens de commissievergadering hier
omtrent naar voren heeft gebracht, namelijk dat wij
het de onderwijzers wel kunnen laten doen of er de
schoolartsen wel opaf kunnen sturen. Ons beleid is
er al jarenlang op gericht elke kwaliteit zo goed
mogelijk te doen gebruiken. Natuurlijk hebben wij
artsen door wie wij dit werk zouden kunnen laten
verrichten, maar rekening houdend met het feit dat
de financiële middelen nu eenmaal altijd beperkt
zijn is het altijd verstandig te bekijken of bepaal
de werkzaamheden ook door andere gekwalificeerde
krachten kunnen worden verricht.Wij werken met ver
pleegkundigen met administratieve assistenten en de
raad heeft ook kunnen constateren dat wij in de
laatste jaren nooit om een nieuwe arts hebben ge
vraagd,maar alleen om verpleegkundigen of admini
stratieve krachtenjuist om van de kwaliteiten van
de artsen een zo goed mogelijk gebruik te kunnen
maken.Ik neem overigens aan dat de heer Oomen en
zijn fractie eigenlijk geen bezwaar hebben tegen de
jeugdgezondheidszorg, maar dat hij zich op grond van
door hem gestelde prioriteiten uitspreekt voor het
aanstellen van twee opbouwwerkers waarvoor dan in
's hemelsnaam maar de uitbreiding van de jeugdge
zondheidszorg moet worden ingeleverd. Deze "handel"
is echter helemaal niet nodig. De heer Oomen heeft
verschillende malen gezegd dat zijn fractie het
aanstellen van een opbouwwerker in respectievelijk
noord en het centrum als noodzakelijk ziet, waar
bij hij erop heeft gewezen dat er ook volgens het
college bij de Stichting Buurt- en Wijkopbouwwerk
één opbouwwerker bij mag komen, zij het onder voor
waarde dat het rijk in de kosten daarvan meesubsi-