11 NOVEMBER 1976. 1773 (Middag) Wethouder DE RAAFF: Bovendien zijn er, wat deze kwestie betreft, meerdere socialistische wet houders te noemen die al verschillende jaren met dit bijltje hakken. Wij hebben onderling regelmatig contacten, ook .met socialistische wethouders en natuurlijk is het de bedoeling van dergelijke con tacten naar elkaar te luisteren en ervaringen uit te wisselen. De man waarop ik zoeven doelde heeft in ieder geval gezegd dat wij er, als wij er aan beginnen, wel de opsporingsbevoegdheid bij moeten nemen, omdat er dan tenminste iets kan gebeuren. Ik ben zelf niet bekend op het terrein van de opspo ring, noch met juridische aspecten, maar als wij werkelijk iets willen doen en er geen flauwekul van willen maken dan blijkt de opsporingsbevoegd heid toch een belangrijk punt te zijn. Ook al zijn wij van mening dat de koppelbazen moeten worden aan gepakt, de onderzoek-ambtenaar zal de werkgevers toch niet kunnen aanpakken, hij zal hoogstens een en ander, wanneer hij iets heeft geconstateerd, aan een andere instantie kunnen doorgeven. Ik kijk mijn aantekeningen even door en De VOORZITTER: Zoudt u dat maar niet verder in de pauze doen? Het lijkt mij nu het goede moment de vergadering te schorsen. Om zeven uur komt u weer aan de beurt en dan kunt u uw betoog vervolgen en afmaken. De vergadering wordt geschorst (17.56 uur). De secretaris, De voorzitter, Druk: B.S.W. - Breda.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1773