11 NOVEMBER 1976 1 7/fc (Avond) overleg met de werkzoekenden zal worden bezien welke cursussen in aanmerking komen en wat er het beste kan worden gedaan. Tevens willen wij bekij ken hoe het trefcentrum kan worden verbeterd; er is wel een trefcentrum, maar men zou zich kunnen afvragen of dit wel de juiste huisvesting is. Bo vendien denken wij in dit verband aan de functie van het ombudswerk en ik heb dus goede hoop dat deze aangelegenheid binnenkort voor elkaar komt. Ik vat het amendement van de heer Koertshuis op als het uitspreken van een duidelijke wens om hier spoedig iets aan te doen, maar ik denk dat de raad toch niet zo ver wil gaan dat hij mijn beleid gaat ondergraven. Het zal niet de bedoe ling zijn dat ik alle bronnen ga aanboren die voor de financiering van dergelijke activiteiten in aanmerking komen ingevolge artikel 36 van de W.W.V. Ik neem aan dat de raad zich niet zal uit spreken in de geest van: probeer het maar te fi nancieren en als je al het geld binnen hebt moet het nog 50.000,duurder zijn. Het project moet van de grond komen, er moet iets gebeuren en als ik het geld ergens vandaan kan halen neem ik aan dat de raad dit goed vindt, maar voor zover ik heb begrepen is het niet de bedoeling dat ik, als ik erin slaag de aangelegenheid elders gefi- nancieerd te krijgen, nog 50.000,aan dit project geef. Het gaat volgens mij om een bedrag ter dekking van de kosten. Er wordt bovendien veel over de ouderen gesproken, maar het is moge lijk dat er ook iets voor de jeugdige werklozen moet worden gedaan. Als de raad het betreffende bedrag ter beschikking stelt zou ik eventueel ook in die richting een aanwendingsmogelijkheid wil len hebben. De heer Oomen stelde op een gegeven moment dat een aantal vragen van hem weliswaar in de commissie personeelszaken is behandeld, maar dat de pers daarbij niet aanwezig was en dat hij de vragen daarom nogmaals stelt. Dat lijkt mij geen juiste handelswijze, want de commissievergadering

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1776