11 NOVEMBER 1976 1778
(Avond)
"neen" te zeggen. Wat gebeurt er nu? Ik hoor dat
er een brief van het ministerie van Volksgezond
heid over deze materie komt, waarin staat dat het
subsidiedeel dat aan het ministerie van Volksge
zondheid was gevraagd verkregen is. Dat is een
novum en voor mij aanleiding te bekijken of er nog
gesprekken nodig zijn teneinde te bepalen of ons
standpunt eventueel moet worden herzien. Ik heb de
stichting om een kopie van de brief gevraagd, die
heb ik gekregen en daaruit blijkt dat het ministe
rie inderdaad op zijn aanvankelijke weigering is
teruggekomen. Het overweegt wél subsidie te gaan
verlenen, mits en daar heb je het gedonder in
de glazen dit en dat en dat gebeurt. Dat zijn
nu uitgerekend de voorwaarden die ik in mijn ar
gumentatie naar voren had gebracht. Dat betekent
dat er toch weer opnieuw overleg gepleegd zal moe
ten worden tussen de stichting en het ministerie,
maar ook met de gemeente. Ik kan niet zeggen wan
neer deze aangelegenheid in de commissie terug
komt, maar ik ben wel van plan en bereid erover te
gaan praten.
Over de sociale controleurs zullen de heer
Oomen en ik het waarschijnlijk niet eens worden.
Hij zegt bij herhaling dat wij deze mensen geen
stempel moeten opdrukken, maar ik ben van mening
dat je niet twee keer hetzelfde stempel op een
mens kunt drukken. Ik heb al eerder gezegd dat zij
een stempel hebben en nu gaat het erom dat stempel
kwijt te raken. Hiermede meen ik de sector sociale
zaken te hebben afgehandeld.
Van lieverlede kom ik bij de sector perso
neel. De heer Eissens heeft naar mijn smaak zeer
behartigenswaardige opmerkingen over het perso
neelsbeleid gemaakt. Allereerst heeft hij er sterk
de nadruk op gelegd dat het personeelsbeleid een
beleid van het totale college is, een beleid waar
voor alle leden van het college mede verantwoorde
lijk zijn en waarvan de uitvoering in de verschil
lende sectoren mede hun zorg is. Deze stelling kan
door mij en de andere leden van het college worden