1783 11 NOVEMBER 1976. (Avond) ik met name aan het voorstel van de progressieve fracties is altijd pijnlijk, maar de pijn wordt verzacht en wellicht zelfs geheel weggenomen als men ziet dat de mensen toch aan hun trekken komen. Ook bij het C.D.A. bestaat respect voor de opbouw werkers. Velen van hen doen goed werk, maar zij zijn een deel van het geheel en het C.D.A. moet binnen het krappe budget prioriteiten stellen. Wij zijn het er roerend over eens dat het op dit moment heel erg onverstandig is te subsidiëren als van rijkszijde geen zekerheid wordt gegeven. Naar onze mening mag van de rijksoverheid worden verwacht dat zij de noodzaak van opbouwwerkers inziet, maar ook de relativiteit. Ik wil even een stukje cite ren uit het N.O.K.-rapport, gepubliceerd in het tijdschrift Sociaal Bestek van 4-11-1976: "Uit het NO^K.-rapportgebaseerd op heel wat onderzoek, blijkt eigenlijk tussen de regels door dat de in zet van beroepskrachten niet altijd een garantie is voor de kwaliteit 'en de kwantiteit van het werk, al zijn zij uiteraard nodig. Maar de betekenis van iemand, die de problemen van de mensen vanuit zijn eigen situatie beter begrijpt dan de welzijnswerker die 's avonds weer naar zijn flatje aan de andere kant van de stad rijdt, is niet te onderschatten." In de tweede plaats kom ik bij de personeels bezetting van de gemeentelijke sociale dienst. Het is bekend dat deze dienst elf medewerkers had ge vraagd en dat er acht zullen komen. Gezien hetgeen ik in eerste instantie heb gezegd wil ik er in tweede instantie de aandacht op vestigen dat juist bij de gemeentelijke sociale dienst de groot ste investering moet worden gedaan in mensen, die het werk ter plaatse uitvoeren. Er komt minder techniek aan te pas en veel meer inzet, die alleen door mensen kan worden verwezenlijkt. Ik zou het college dan ook willen verzoeken om en ik weet dat dit een heel gevaarlijke vraag is wanneer in de loop van het jaar mocht blijken dat er moge lijkheden zijn om een aanvulling op het aantal van acht personeelsleden te realiseren, deze kans zeker

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1783