1785 11 NOVEMBER 1976. (Avond) lijke uitspraken van zijn grote voorman, de heer Bas de Gaay Fortmann, gelezen. Hij heeft zijn op vatting niet onder stoelen of banken gestoken en letterlijk gezegd dat hij schokkende ervaringen heeft opgedaan in de tijd dat hij bij de sociale dienst is geweest. Ik meen dat hij vier dagen bij de sociale dienst van Arnhem heeft doorgebracht en hij was zonder meer geschokt door de mate, waarin misbruik van de sociale uitkeringen wordt gemaakt. Daarom begrijp ik niet dat de heer Kaarsemaker er nu zo tegenin gaat. De heer KAARSEMAKER: Ik wil erop wijzen dat de heer Bas de Gaay Fortmann niet de P.P.R. is. Wat dat betreft moet ik de heer Koertshuis dus te leurstellen. In de kerngroep van de P.P.R. is een motie met betrekking tot deze kwestie ingediend. De heer KOERTSHUIS: Jammer dat dit allemaal binnen die partij is 'gebeurd. Kennelijk is hij op zijn vingers getikt De heer KAARSEMAKER: Hij is niet op zijn vin gers getikt, maar een en ander is niet precies zo overgekomen als de heer Bas de Gaay Fortmann dat had bedoeld. De VOORZITTER: Dit is allemaal wat onduidelijk. De heer KOERTSHUIS: Vervolgens zou ik graag iets willen zeggen over amendement nr. 4 en de door de heer Oomen ingediende motie. Amendement nr. 4 vind ik niet relevant op grond van de eerder door de wethouder in de commissie gedane toezeggingen, die de wethouder hier vanavond nog eens heeft her haald. Het is een duidelijk overbodig amendement en dat wist de heer Oomen, maar desondanks heeft hij het ingediend. De zin hiervan ontgaat mij vol ledig. De linkse fracties zullen niet verbaasd zijn als wij het amendement niet steunen. Het zou wel licht het verstandigste zijn als de linkse fracties

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1785