11 NOVEMBER 1976. 1786 (Avond) dit amendement geruisloos terugtrekken. Wat de motie betreft gaat het mij een beetje te ver in alle situaties te besluiten dat aanstel ling van opbouwwerkers eerst mag plaatsvinden als vaststaat dat het rijk subsidie verleent. Wij zijn hier alleen bij wijze van hoge uitzondering toe bereid en onze fractie zal deze motie dus ook niet steunen. Dan het enige punt waar het college op terug moet komen, namelijk het amendement dat wij hebben ingediend. Uit de woorden van de wethouder is mij niet helemaal duidelijk geworden hoe het college tegenover ons amendement staat. De wethouder vraagt of hij, als hij elders geld kan vinden, dan nog 50.000,beschikbaar moet stellen. Er zijn toch ook nog andere mogelijkheden, bijvoorbeeld artikel 36 van de W.W.V.? Wij weten zo langzamerhand dat artikel 36 alleen maar mogelijkheden biedt op het gebied van om-, her- en bijscholing, maar er zijn op dit moment meer activiteiten die van zeer groot belang zijn. Ons amendement is duidelijk: het spreekt over een wijziging van de concept-begroting met 50.000,en te dien aanzien zal het colle ge zijn standpunt moeten bepalen. Duidelijk wil ik onderstrepen dat het hier gaat om een aanzet, om een eenmalige toekenning van 50.000,Als blijkt dat het rijk straks wel bereid is uit ande re bronnen geld naar dit project toe te schuiven, zien wij wel wat wij met dat geld moeten doen. Ik geloof bovendien ook niet dat 50.000,in de toekomst voldoende zal zijn om dit probleem van de eerste orde in Nederland op te lossen. Gaarne zou ik wat concreter van het college vernemen hoe het tegenover het amendement, dat een begrotingswijzi ging van 50.000,inhoudt, staat. De heer OOMEN: Namens de beide fracties aller eerst een algemene opmerking die ook voor toekom stige begrotingen zal gelden. Bij de budgetverde ling aan het begin van dit jaar hebben wij al ge wezen op een aantal punten die wij gewijzigd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1786