11 NOVEMBER 1976 1788 (Avond) vraag of die twee vacatures nog zullen worden op gevuld. Ik wil dan ook graag de keiharde toezeg ging van de wethouder hebben dat hij de acht stoe len na de wijziging van de structurering in ieder geval zal bezetten. Waarmee zal dat dan wel gebeu ren? De wethouder spreekt over Centrum en Noord, maar ten koste van welke plaatsen gaat dat nu? Die vacatures zijn toch eens vervuld geweest. Juist omdat wij wisten dat deze mogelijkheid er bij de herstructurering was, hebben wij als onze mening uitgesproken dat er in Noord en in het Centrum zonder meer een wijkopbouwwerker moet komen. Ik kan de heer Koertshuis dus geruststellen; wij heb ben het zeer goed begrepen en juist daarom willen wij de twee genoemde wijken, op grond van de moti vering die alle gemeenteraadsleden reeds in juli hebben gekregen, een extra subsidie voor een op bouwwerker geven. Dit staat los van hetgeen al be kend was. Het werd tijd en ik vind het plezierig dat de wethouder erkent dat in die beide wijken een extra opbouwwerker nodig is, hetgeen hij via de twee vacatureplaatsen wil regelen. Het blijkt dus dat hij het met onze opvatting ten aanzien van de opvulling eens is, maar wij maken het harder door er via een amendement geld voor uit te trek ken Daarnaast zou ik nog even willen opmerken dat de begrotingspost op bladzijde 81 van de nota van aanbieding nóg een extra opbouwwerker omvat. Kan de wethouder zeggen of deze extra opbouwwerker los van de herstructurering blijft? Dat heb ik tenmin ste wel zo begrepen. Daarom hebben wij, los van de vraag of ons amendement al dan niet moet worden aangenomen, een motie ingediend om de rijkssubsi die voor deze opbouwwerker te laten vallen. Wij komen hier straks eventueel nog op terug. Ik kan mij ontzettend goed voorstellen dat de wethouder er de buik van vol heeft bij het rijk voor allerlei dingen subsidie te gaan vragen, maar als gemeentebestuur heb je de taak hetgeen je wilt realiseren ook in de financiën waar te maken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1788