11 NOVEMBER 1976 1/y^
Avond
er niets voor de nota personeelsbeleid nog eens
op tafel te toveren, anderzijds zegt hij dat niet
alle verantwoordelijkheden van het college duide
lijk op papier staan en dat hier nog eens naar ge
keken zou moeten worden. Het een is niet helemaal
in overeenstemming met het ander. Ik vraag u niet
om een nieuwe nota personeelsbeleid, ik vraag u
alleen om een nota, geënt op het personeelsbeleid
van dit moment en naar de toekomst gericht. De
vorige nota dateert van 1970 en de tijd gaat bij
zonder snel. Als u er nu aan begint zal het toch
wel weer een jaar duren voordat u met een nota op
tafel komt en het lijkt mij zeker de moeite waard
dat u deze materie nog eens kritisch beziet.
Als ik spreek over vertakkingen vanuit de
centrale personeelsdienst, bedoel ik dat alle amb
tenaren in gemeentelijke dienst op de een of ande
re manier steun hebben vanuit een personeelsfunc
tie. Dit geldt dus niet alleen daar waar grote
groepen personeel zijn, want een en ander dient
zodanig te worden opgedeeld dat ook kleinere dien
sten en bedrijven eventueel gezamenlijk een perso-
neelsman hebben, die met betrekking tot de inhoud
van zijn werk een lijn naar de centrale personeels
dienst heeft.
De heer DREEF: Van mijn kant nog enkele aan
vullende opmerkingen naar aanleiding van het ant
woord van de wethouder. Ik ben nu inderdaad aardig
op de hoogte van alles wat zich op het gebied van
het personeelsbeleid in de gemeente afspeelt. Al
leen komt men een beetje in de vernieling als men
op een gegeven moment het stempel "werkgever" op
gedrukt krijgt. Dat is natuurlijk een prachtig
woord in het kader van het georganiseerd overleg,
maar je wordt er wel door gedwongen. Dat betekent
dat je mede verantwoordelijk bent voor het in de
gemeente gevoerde personeelsbeleid op alle terrei
nen, van hoog tot laag; althans, zo zie ik mijn
functie daarin. Wij hebben betoogd dat in het con
tact tussen gemeente en georganiseerd overleg