1797 11 NOVEMBER 1976
(Avond)
in de commissie over spreek. De heer Oomen is van
mening dat ik allereerst met de commissie zou
moeten gaan praten, maar dat doe ik niet.
De heer Eissens heeft nog enkele behartigens
waardige opmerkingen over de opbouwwerkers ge
maakt. Hij is tot de conclusie gekomen dat een
projectmatige werkwijze het beste functioneren
waarborgt en hij pleit voor een periodiek overleg
met de verschillende disciplines in de eerste
lijn. Het komt er in feite ook op neer dat perio
diek overleg wordt gepleegd, maar het moet na
tuurlijk wel doelmatig blijven. Als er op een ge
geven moment niets te bespreken is moet je niet
vergaderen, maar over de samenwerking wordt op
dit moment inderdaad intensief vergaderd. Overi
gens zegt de heer Eissens dat wij niet alleen met
de huisartsen moeten vergaderen, maar een derge
lijke gang van zaken is natuurlijk ook op bepaal
de gronden ontstaan. Ik had op een gegeven ogen
blik gewoon behoefte aan een gesprek tussen de
gemeente i.e. de wethouder van volksgezondheid en
de huisartsen alsmede de Maatschappij voor Genees
kunst. Ik heb toen contact tot stand gebracht en
het blijkt dat dit van beide zijden bijzonder op
prijs wordt gesteld, zodat het nu tot een werke
lijk periodiek contact is uitgegroeid. Naar mijn
smaak zou dit de aanzet kunnen zijn voor een loka
le Raad voor de Volksgezondheid waarvan in de
structuurnota van de heer Hendriks sprake is. Ik
heb het idee al geopperd en hoewel wij nog niet
zo ver zijn, zal het in de toekomst waarschijnlijk
wel gaan gebeuren.
Ik blijf met de heer Eissens van mening ver
schillen over de personeelsnota. Hij zegt dat de
personeelsnota van 1970 dateert en dat wij toch
maar een nieuwe moeten maken, die het huidige en
toekomstige personeelsbeleid behandelt. Als je een
oudere nota hebt bijgeschreven, is zij volgens mij
ook bij en ik zie niet in waarom je dan weer een
nieuwe nota zou moeten maken. Ik heb bij de alge
mene beschouwingen al gezegd dat het niet zozeer