11 NOVEMBER 1976 1798 (Avond) om de uitgangspunten gaat als wel om de concreti sering van hetgeen je voornemens bent te doen. Aan die concretisering hebben wij in de afgelopen jaren naar mijn smaak nogal wat gedaan. Tenslotte pleit de heer Eissens voor het ver lenen van steun aan de kleinere diensten en be drijven die geen eigen personeelsfunctionaris heb ben. Dat is juist en ik geloof dat wij er ook in de commissie al eens over hebben gesproken. Het is inderdaad mijn bedoeling een personeelsfunctio naris aan te stellen ten behoeve van die kleinere diensten en bedrijven, zodat zij van die man steun voor hun personeelsbeleid kunnen krijgen. Ik wist dat de heer Dreef er moeite mee had dat ik hem ooit als "werkgever" heb betiteld, maar hij moet niet denken dat hij alleen met die moeilijkheid zit. Ik zit er zelf ook mee De heer DREEFDat betekent wel dat u een stuk mede-verantwoordelijkheid op alle niveaus draagt. Wethouder DE RAAFFOok dat moet de heer Dreef accepteren. Hoe dikwijls is hier al gezegd dat de raad het hoogste bestuursorgaan in Breda is? Dat betekent dat de raad verantwoordelijk is voor hetgeen er gebeurt en dat geldt ook voor het kleine onderdeeltje van het personeelsbeleid. Ik denk dus toch dat de heer Dreef die verantwoorde lijkheid moet dragen. Ik ben soms bang dat ik teveel informatie verstrek. Een dergelijke geestelijke vervuiling zou namelijk ook weer ongezond zijn. De heer Dreef is van mening dat met betrekking tot de medezeg genschapscommissies vragen als "moet de directeur voorzitter zijn?" en "moeten de vergaderingen openbaar zijn?" in de enquête hadden kunnen worden meegenomen. Ik geloof dat ik de uitslag van die enquête ook aan de heer Dreef heb gegeven en daar in staat duidelijk dat hetgeen hij nu vraagt wel degelijk is opgenomen. Ik weet niet zeker of wij zijn opmerkingen hebben meegenomen of dat wij het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1798