1803 11 NOVEMBER 1976 (Avond) verlaten en zo bijdraagt tot een ontlasting van de provinciale wegen. Het verkeer kan op die wijze bovendien sneller afvloeien. Een en ander is voor onze fractie aanleiding om wederom een motie in te dienen. Wij verzoeken u deze motie niet alleen ter kennis te brengen van de minister en de pro vinciale overheden, maar hen ook de notulen van de bespreking in deze raad te doen toekomen. De motie luidt als volgt: "De raad van de gemeente Breda, in vergade ring bijeen op donderdag 11 november 1976 en vrijdag 12 november 1976 ter behandeling van de begroting voor het dienstjaar 1977, spreekt als zijn mening uit: dat gehoord de gang van zaken betreffende de aanleg van rijksweg 58 hij van mening is, dat een nog langer uitstel hiervan on toelaatbaar is. Deze mening is'gebaseerd op de navolgende overwegingen a. De geluidshinder op de zuidelijk rondweg de grens van het toelaatbare heeft over schreden; b. Dat de maximale belastingen van de zui- delijke rondweg zijn grens reeds heeft over schreden c. Dat de profilering van de weg bij herha ling leidt tot ernstige verkeersongeval len; d. Dat de leefbaarheid van de wijk door de ze doorsnijding ernstig is aangetast, verzoekt het college deze motie ter kennis te brengen aan de minister van Verkeer en Waterstaat en de provinciale overheden, daarnaast de minister verzoeken om in over leg met het college van burgemeester en wethouders van Breda op korte termijn na te gaan welke maatregelen reeds nu genomen kunnen worden om de gesignaleerde problemen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1803