11 NOVEMBER 1976 IÖU4
(Avond)
aan te pakken"
Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie-
Van Duijl mede onderwerp van de beraadslagingen
uit.
De heer VAN DUIJL: De verkeersveiligheid is
een punt waaraan uw college grote aandacht be
steedt. Dit blijkt uit het steeds opnieuw aan de
raad voorleggen van preadviezen met betrekking tot
het beveiligen van kruispunten door middel van
verkeerslicht-installaties. Al onze en uw inspan
ning is echter tevergeefs als de weggebruiker zich
niet aan de in zijn eigen belang en voor zijn
eigen veiligheid genomen maatregelen wenst te hou
den. Dit komt ook tot uiting in het feit dat op
beveiligde kruisingen bij herhaling ongevallen
plaatsvinden, zelfs met dodelijke afloop als ge
volg van het feit dat men het rode licht negeert.
Daardoor brengt men niet alleen zijn eigen maar
ook andermans leven ernstig in gevaar. Ik heb wel
eens horen beweren dat teveel verkeerslichten
hiertoe aanleiding kunnen zijn omdat men, gehaast
als men steeds is, probeert het volgende licht
nog te halen en zodoende in de fout gaat. Alhoewel
ik daar geen voorstander van ben, zal een scherper
toezicht op verkeersovertredingen alsmede het uit
delen van boetes de weggebruiker in het belang van
hem zelf en anderen moeten dwingen zich aan de
regels te houden.
Op sommige wegen wordt veel te snel gereden.
Gebleken is dat borden tot snelheidsbeperking niet
de oplossing zijn. Ik zou u daarom willen verzoe
ken na te gaan welke maatregelen men in andere
steden op dit gebied neemt. Het zal wellicht no
dig zijn verschillende experimenten te doen; ik
denk hierbij aan Rotterdam, waar men op dit ge
bied druk doende is. Er zouden bijvoorbeeld stre
pen op de weg kunnen worden aangebracht die sug
gestief werken en daardoor aanleiding geven tot
vermindering van de snelheid. Verkeersdrempels en
wegen op ongelijk niveau zijn ook minder kostbare
