1809 11 NOVEMBER 1976
Avond
hebben gewacht en dat wij het nu moeten bijtrek
ken omdat wij anders te laat zijn. Datzelfde geldt
voor het onderhoud van riolen en gemalen dat van
571.000,naar 642.000,is gestegen. Ook
bij de afdeling beplantingen zien wij de kwestie
van het achterstallig onderhoud opdoemen. De
dienst beplantingen had een aantal claims gelegd
om de onderhoudsnorm van Breda "op te krikken"
tot het landelijk gemiddelde. Voor een goed on
derhoud heb je 405 manuren per hectare nodig en
Breda heeft 368 manuren per hectare. De directeur
van beplantingen heeft dan ook in de commissie
vergaderingen gesteld dat de consequenties van
het niet-optrekken van deze norm op lange termijn
zichtbaar zullen worden. Daarbij komt dan nog het
extra probleem van deze zomer, namelijk de schade
die'door de droogte is ontstaan. In juli is die
schade al op 100.000,geschat; men dacht in
oktober een beter beeld te hebben en ik zou graag
van de wethouder willen weten of dat betere beeld
er intussen is.
Ik kom nu bij het tweede gedeelte van mijn
betoog met betrekking tot de binnenstad. Over de
binnenstad hebben wij in het begin van dit jaar
met elkaar van gedachten gewisseld en besluiten
genomen. Er is ons toen toegezegd dat wij vrij
snel een inzicht in de prioriteiten zouden kunnen
krijgen. In de vorige raadsvergaderingen hebben
wij niet zozeer om prioriteiten gevraagd, maar wij
wilden wel graag weten wat de stand van zaken was
om zodoende de kennelijk in de praktijk gehanteer
de prioriteitenstelling te kunnen achterhalen. Dit
inzicht is ons geweigerd en ook op de prioriteiten
kunnen wij nog lang wachten, want er zal nog het
een en ander moeten worden uitgerekend voordat de
ze op tafel liggen. Intussen heeft dit het college
er kennelijk niet van weerhouden toch maar zijn
eigen prioriteiten te stellen; wij doelen hier op
net pakket grote werken waarin met name voor de
auto een aantal grootschalige oplossingen wordt
gereserveerd. Ik kom daar straks nog op terug. Wat