11 NOVEMBER 1976 1810 (Avond) is nu de hardheid van de besluiten, die bedoeld zijn om de woonfunctie van de binnenstad te sti muleren of te behouden? Sinds 78 of 9 maart j1 zien wij dat hier het nodige aan schort en ik wil daarom enkele problemen noemen. Zo hebben wij bijvoorbeeld voor de Van Goorstraat en omgeving besloten dat wij zullen trachten de milieugevaar lijke bedrijven naar elders te verplaatsen. Wat is er echter gebeurd? Er is een procedure op gang gebracht om toch weer extra opslag van gevaarlij ke stoffen toe te staan. Vervolgens het probleem van artikel 56. Wij hebben in de Spoorstraat eerst een mogelijkheid gehad; dat is niet doorgegaan en misschien was dat ook wel een duidelijke aangelegenheid, maar wij weten op dit moment nog steeds niet wat uw criteria zijn voor de toepassing van artikel 56 en wij weten ook niet hoe u daar achter wilt ko men. Wij zijn benaderd door bewoners van de Spoor buurt, die ons hebben gemeld dat in het pand Aca demiesingel 31 een verbouwing voor een kantoor gaande is. Ik zou graag willen weten hoe een der gelijk geval wordt benaderd. Is dat bij de dienst bekend? Hoe gaat men te werk om dergelijke dingen vroegtijdig te onderkennen, zodat de mensen niet allerlei investeringen doen terwijl achteraf blijkt dat dit eigenlijk niet kon met het oog op artikel 56? Een volgend punt is de aanleg van parkeer- stroken aan de ChassésingelAls wij de betreffen de besluiten in het binnenstadsplan goed lezen, wordt daarin gesteld dat de Chassésingel voor voetgangers en voor langzaam verkeer is bestemd. Nu blijkt echter dat door de aanleg van die par- keerstroken het voetpad wordt opgeofferd ten be hoeve van de auto en natuurlijk gaat er ook weer een stuk groen naar de knoppen. In de Gerardus Majellawijk is een achter stand met betrekking tot de nieuwbouwplannen ge constateerd. Het verraste ons dat de wethouder daarvan in de laatste commissievergadering niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1810